Nieuws en kennis

nieuwsberichten en informatievoorziening van Zeno

Direct hulp nodig? Bel: +31 184 63 67 12

Zinmakers: Vera wordt elke dag weer een stukje creatiever

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Deze week is zelfstandig zorgprofessional Vera aan de beurt. Triple C. Vera zweert bij de behandelmethodiek, waarop de visie van Zeno is gebaseerd. Sterker nog, een van de belangrijkste reden om voor opdrachten via Zeno te kiezen is wanneer er op basis […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Deze week is zelfstandig zorgprofessional Vera aan de beurt.

Zinmaker Vera Fernandes

Triple C. Vera zweert bij de behandelmethodiek, waarop de visie van Zeno is gebaseerd. Sterker nog, een van de belangrijkste reden om voor opdrachten via Zeno te kiezen is wanneer er op basis van deze methode gewerkt wordt. De basisprincipes kan Vera dromen. Niet het probleemgedrag, maar de menselijke behoefte als uitgangspunt nemen. Cliënten het gewone leven laten ervaren, een veilige plek bieden, een betekenisvolle invulling van de dag geven. ‘Daar hoef ik nooit over na te denken. Dat zit er ingebakken,’ vertelt de 42-jarige Rotterdamse.

Elke situatie is weer anders

De manier waarop Triple C in haar manier van werken terugkomt, is elke keer anders. ‘Het is vooral een goede basis om op terug te vallen,’ zegt ze. ‘Maar je moet elke keer weer creatief zijn. Want elke cliënt en elke situatie is weer anders.’ In de heat of the moment denkt ze niet te veel na. Dan handelt ze, op een manier waarvan ze denkt dat goed of nodig is. Is de situatie onder controle, dan gaat ze nadenken. Reflecteren. ‘Ik praat over de situatie met collega’s. Wat hebben we goed gedaan, wat hadden we anders kunnen doen?’ Zo leert ze elke dag weer iets bij. Allemaal voor dat ene doel: cliënten zo goed mogelijk helpen.

Altijd al behulpzaam

Dat Vera de zorg in zou gaan, was al snel duidelijk. ‘Volgens mijn moeder was ik als klein meisje al heel behulpzaam en wilde ik voor mensen zorgen.’ Het werd aanvankelijk de ouderenzorg, na een studie sociaalpsychiatrische verpleegkunde (SPV). Vera kwam thuis bij ouderen. Om met hen te praten, gezelschap te houden. Maar na een tijdje wilde ze verder. ‘De dagen begonnen steeds meer op elkaar te lijken. Het was leuk en gezellig hoor. Maar ik wilde nog meer zin aan mijn werk geven.’

Stappen maken

Via een vriend belandde Vera dertien jaar geleden in de intensieve zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking. ‘Hen kon ik echt vooruit helpen, dat merkte ik direct. Waar het bij de ouderen vooral belangrijk was om er te zijn, kon ik met deze doelgroep echte stappen maken. Onderzoeken waar hun behoefte zit, samen gericht aan een doel werken. Dat sprak me direct aan. Daarnaast was het lekker actief. Ik ging met die jongens naar de dagbesteding, we maakten uitstapjes. Dit werk bleek zoveel afwisselender dan de ouderenzorg. Het was precies wat ik zocht.’

Van vijand naar beste vriendin

Een van Vera’s mooiste successen? Dat is het resultaat dat ze behaalde met haar huidige cliënt, een man van middelbare leeftijd met een licht verstandelijke beperking. ‘Hij zit tussen oudere mensen, in een bejaardenhuis, en kreeg daar niet wat hij nodig had. Toen ik binnenkwam, moest hij niks van me hebben. Ik was al de zoveelste die hem beterschap beloofde. Met heel veel geduld heb ik zijn vertrouwen gewonnen. We gaan schilderen, handwerken, wandelen, fietsen. Hij kan zich nu beter uiten en zit zichtbaar lekkerder in zijn vel. Hij noemt me zelfs zijn beste vriendin. Als ik een paar dagen vrij ben geweest, heeft hij me gemist.’

Buikpijn door afscheid

Professionele afstand tussen cliënt en begeleider moet er zijn, vindt Vera. Maar ze zoekt wel de grenzen op. ‘Ik wil vooral die lach op zijn gezicht zien. Dat maakt het voor hem leuker, maar ook voor mij. Binnenkort komt er een einde aan onze samenwerking, omdat hij gaat verhuizen naar een betere plek. Hij weet dat, maar wil er weinig over spreken. Ook ik vind het moeilijk om los te laten, ik heb er pijn in mijn buik van. Dat ik dát voel, zegt voor mij alles; dáárin zit voor mij de zin om te zorgen. Als ik niks zou voelen bij die verhuizing, dan zou dit vak voor mij geen zin hebben.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Nick blijft altijd kalm, soms tot zijn eigen verbazing

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Nick (33). Zijn moeder zei het altijd al: “Nick, jij moet de zorg in!” Ze zag het als hij meeging naar haar werk in het speciaal onderwijs. Ze zag het als hij speelde met de zoon […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Nick (33).

zinmaker-nick

Zijn moeder zei het altijd al: “Nick, jij moet de zorg in!” Ze zag het als hij meeging naar haar werk in het speciaal onderwijs. Ze zag het als hij speelde met de zoon van haar vriendin, een jongen met het Downsyndroom. Maar ze zag het ook toen haar man, Nicks vader, ziek werd. En hoe zorgzaam hij voor hem was – al op jonge leeftijd. Maar Nick vond de zorg niet stoer. Bovendien was de vakschool naast de deur. Liever deed hij de metaalopleiding met z’n vrienden.

Keuze met het hart

Tien jaar later vond Nick zichzelf toch terug in de zorg. Eerst nog indirect. Als salesmedewerker van een leverancier van machines kwam hij regelmatig op een dagbestedingslocatie van een zorginstelling. De begeleiders zeiden: “Nick, jij gaat zo leuk met die cliënten om. Wil je niet bij ons komen werken?” Dit keer luisterde Nick wél. Hij maakte de carrièreswitch. Met zijn hoofd, maar vooral met zijn hart. ‘Ik moest financieel behoorlijk inleveren,’ vertelt Nick. ‘Maar ik dacht aan wat mijn moeder ooit had gezegd én aan wat ik zelf voelde. Toen kon ik maar één keuze maken. Hij laat even een stilte vallen. Dan zegt hij: ‘Had ik de stap naar de zorg maar eerder gemaakt. Dit werk is zó puur. De cliënten schuiven niks onder stoelen of banken. What you see is what you get.

Schade, geen schande

Inmiddels werkt Nick acht jaar in de zorg. Voornamelijk als persoonlijk- of groepsbegeleider van ernstig meervoudig beperkte cliënten met hechtingsproblematiek en autisme. Door schade en schande werd hij wijs. De schade was letterlijk: blauwe plekken, schrammen en gescheurde shirts. De schande liet hij Nick nooit toe. ‘Ik ben nooit bezig geweest met hoe ik er uitzag na een fixatie. Ik bleef het werk geweldig vinden. Ik dacht vooral: hoe ik kan leren wat mijn collega’s al wél kunnen?’

IJzig kalm

Inmiddels weet Nick wat hij moet doen als een cliënt een willekeurige voorbijganger vastpakt en niet meer wil loslaten. Wanneer een cliënt in de supermarkt op de grond gaat liggen krijsen omdat ze iets niet krijgt. Of als een cliënt tijdens de dagbesteding een kast uit zijn handen laat vallen om een toevallig voorbijfietsende vrouw een duw te geven. ‘In het begin schoot mijn hartslag dan omhoog. Tegenwoordig blijf ik ontzettend kalm. Soms schrik ik er zelf van, dat ik zó rustig blijf. Ik overzie de situatie en ben in staat om goede oplossingen aan te dragen voor de cliënt.’

Ervaring en karakter

Die oplossing komt vrijwel altijd op hetzelfde neer. ‘Nabijheid en veiligheid bieden. Want dát is wat cliënten op dat moment missen. Daarbij wil je de zorgvuldig opgebouwde vertrouwensband niet beschadigen. Maar je moet wél doen wat nodig is.’ Waarom hem dat lukt? ‘Een deel is ervaring; je moet een aantal keer in die situatie zijn geweest. Een ander deel is karakter. Je moet tegen dit werk kunnen. Het is een van de meest exclusieve en ingewikkelde vormen van zorg in Nederland. Dat moet je interessant vinden. Veel cliënten met wie ik werk hebben het ontwikkelingsniveau van een kind van anderhalf. Maar wel met het lichaam van een volwassene, inclusief hormonen en prikkels.’

Negatieve patronen doorbreken

‘Daarnaast speelt vaak hechtingsproblematiek, omdat ze in diverse woongroepen hebben gezeten en daar niet konden aarden. Dat vraagt een specifieke aanpak,’ vervolgt Nick. ‘Je moet de negatieve patronen die er zijn ingeslepen doorbreken. En proberen zoveel structuur en invulling aan een dag te geven, dat er zo min mogelijk ruimte is voor negatieve uitspattingen. Dat vergt heel veel tijd en geduld, want ik word niet voor niks ingevlogen. Soms durven begeleiders van de zorginstelling niet eens meer naar hun werk te komen.’

Praktijkervaring in leiding Zeno

De ondersteuning vanuit Zeno helpt Nick in zijn dagelijkse werk. ‘Het is fijn dat Zeno wordt gerund door mensen die zelf begeleider zijn geweest. Zij weten waar ze over praten. Dat je niet van tevoren kunt zeggen: in drie of zes maanden is dit opgelost. Het eindresultaat staat altijd voorop. Bij Zeno kijken we op een andere manier naar zorg. Bij veel zorginstellingen komen ze niet eens in lastige situaties, omdat ze simpelweg niet naar buiten gaan met zo’n cliënt. Wij doen dat juist wel. Daardoor kun je cliënten een menswaardig bestaan bieden. Uiteindelijk is er voor iedereen – op welk niveau dan ook – een zin van het leven. Als je hen die zin kunt bieden… Ja, dat is het mooiste dat er is. En ja, dat past perfect bij me. Dat had mijn moeder toch goed gezien.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Luciano doet wat nodig is, ook op openbare plekken

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie staat zelfstandig zorgprofessional Luciano (31) centraal. Luciano moest eens een vrouwelijke cliënt fixeren midden in de Ikea. Dat was noodzakelijk om haar onder controle te krijgen, nadat ze vanuit het niets een winkelschap volledig leeg trok en daarna […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie staat zelfstandig zorgprofessional Luciano (31) centraal.

Luciano moest eens een vrouwelijke cliënt fixeren midden in de Ikea. Dat was noodzakelijk om haar onder controle te krijgen, nadat ze vanuit het niets een winkelschap volledig leeg trok en daarna mijn collega aanviel. Later dacht hij: hoe zou dit er voor andere mensen hebben uitgezien? ‘Als ik zelf een donkere gozer van 1 meter 90 op een meisje zou zien liggen, dat ook nog eens schreeuwt dat ze dat niet wil… Ja, dan zou ik ook denken: wat is daar aan de hand? En moet ik niet ingrijpen?’, zegt Luciano met een grote glimlach.

Doen wat nodig is

Soms haalden mensen de politie erbij. Kon Luciano weer uitleggen wat zijn relatie was tot de cliënt. Dan kwam het natuurlijk altijd goed. En weet je wat het is, zegt hij, op het moment zelf denk je niet na over wat anderen ervan zouden kunnen vinden. ‘Als er iets gebeurt, doe je altijd wat nodig is. Voor de veiligheid van de cliënt, maar ook die van jezelf en die van andere mensen. Maar natuurlijk, het is lastig als er iets op een openbare plek gebeurt. Er wordt toch naar je gekeken.’

Geen Excel, maar voetballen

Wie Luciano vijftien jaar geleden had verteld dat hij dit werk zou gaan doen, had hij voor gek versleten. Gymleraar ging hij worden. Zelf is hij een verdienstelijk amateurvoetballer bij vv Sliedrecht, al stopt hij na dit seizoen. Tijdens de opleiding bleek Luciano vooral het sporten zelf leuk te vinden, en het lesgeven minder. Elk uur 25 nieuwe kinderen die kwamen uitrazen, was te veel van het goede. Toen hij een bijbaan kreeg bij ASVZ, bleek hij wél met jongeren met een licht verstandelijke beperking om te kunnen gaan. Uiteindelijk won dat het van de studies marketing & communicatie en bedrijfseconomie die hij later nog volgde. ‘Als ik tijdens mijn stage Excel-lijsten zat in te voeren, dacht ik: ik zou nu liever met die cliënten op pad zijn. Voetballen, fietsen, naar de bios. Dat vond ik leuker.’

Zeno-filosofie

En dus besloot Luciano om definitief de zorg in te gaan. Sinds drieënhalf jaar doet hij dat (deels) als zzp’er bij Zeno. ‘De filosofie van Zeno sluit aan bij hoe ik altijd gewerkt heb. De opdrachten zijn divers en voor overleg kan ik altijd terecht. Of dit nu praktisch is of zorginhoudelijk. Wat Zeno kenmerkt, is dat er altijd wordt gekeken wat er wél kan bij cliënten. Dat is lang niet overal het geval in de zorg.’

We proberen het gewoon wéér

Neem bijvoorbeeld zijn huidige opdracht. Hier ondersteunt hij bij een 2-op-1 begeleiding van een cliënt, aan wie de bestaande begeleiders hun handen (te) vol hadden. ‘Toen we eens op de markt vis gingen halen en het hem te lang duurde, haalde hij zijn geslachtsdeel uit zijn broek en begon te schreeuwen. Op z’n zachtst gezegd geen geslaagd uitje. Maar de visie van Zeno – en die van mij – is: we gaan het volgende week gewoon weer proberen. Om de wereld van de cliënt te vergroten, moeten we op zoek gaan naar die succeservaring. Terwijl vaak de eerste reactie is: “Nou, laten we deze week maar niet gaan.” Dan val je terug in de oude situatie, waarin hij nooit het terrein afkwam.’

Geduldig en vasthoudend

Zo lukte het ook om met de betreffende cliënt naar diens moeder te gaan; anderhalf uur heen en anderhalf uur terug. ‘Ook zijn we een dagje naar de dierentuin geweest. En we zijn met hem uit eten geweest in het dorp. Het is mooi om in overleg met de opdrachtgever en de moeder van de cliënt die vrijheid te krijgen. Dat maakt mijn werk leuker. Maar belangrijker nog: het is beter voor de cliënt, die zich daardoor meer onderdeel voelt van de maatschappij. Bij Zeno geloven we dat een cliënt uiteindelijk altijd stappen maakt. Je moet alleen geduldig en vasthoudend zijn.’

werken bij zeno

lees verder

Zinmakers: ‘gevoelsbegeleider’ Arne viert elk succesje

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: zelfstandig zorgprofessional Arne (35).   Is er aan Arne een goede fysiotherapeut verloren gegaan? Zelf denkt hij van niet. Maar ja, wat weet je als je achttien bent? Je kiest een studie en hoopt dat het bevalt. Vanuit zijn Brabantse dorpje […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: zelfstandig zorgprofessional Arne (35).  

Is er aan Arne een goede fysiotherapeut verloren gegaan? Zelf denkt hij van niet. Maar ja, wat weet je als je achttien bent? Je kiest een studie en hoopt dat het bevalt. Vanuit zijn Brabantse dorpje naar Amsterdam verhuizen, dat was belangrijker. Maar toen kwam die stageplek. Tien weken lang analyseerde Arne looppatronen bij ouder wordende mensen met een beperking. ‘Dat voelde meteen natuurlijk,’ zegt hij. ‘Ik vond die mensen en hun gedrag niet gek, zoals veel anderen. Ik vond het juist interessant. En ik zag ook: als je interesse toont, plezier hebt en hen serieus neemt, dan ontvouwt zich een bijzondere wereld. In die wereld voelde ik me direct fijn. En nog steeds.’

Rigoureus besluit

En dus neemt Arne op zijn twintigste een rigoureus besluit: hij stopt in het tweede jaar met zijn studie fysiotherapie en besluit op die woongroep te blijven werken. Het blijkt een besluit dat richting geeft aan de rest van zijn leven. Arne volgt een opleiding tot medewerker maatschappelijke zorg en komt al snel in de intensieve zorg terecht. Eerst als persoonlijk begeleider, later als teamleider en coördinerend begeleider. Hij werkt vooral met jongeren met een licht verstandelijke beperking. Maar ook op ‘zwaardere’ groepen, met alleen maar kerels met ‘een flink rugzakje’.

De zin van het zorgen

De zin van het zorgen? Die zit volgens Arne in elk klein succesje. ‘Op zo’n “zware” groep heb je al je eerste succes als je die dag betrouwbaar bent geweest en het ritme hebt kunnen aanhouden. Op de groep waar ik nu zit – een woongroep van dertien jongens in Rotterdam-Noord – woont een jongen die nooit iets voor anderen wilde doen. Door in hem te investeren en zelf keuzes te laten maken – keuzes die hij aan kan – heeft hij een televisiekast gemaakt voor de woning. Hij is er trots op en liet deze kast aan iedereen zien. Dat is een boost voor hem, maar ook voor ons als team.’

Van vriend tot vader

Maar de zin van het zorgen zit ‘m nog vaker in dingen die minder tastbaar zijn. ‘Onvoorwaardelijk er zijn voor een cliënt. Laten zien: ik ben jouw veilige haven en samen gaan we van deze dag een succes maken. Het is belangrijk dat je dat dan ook waarmaakt. En aan het einde van de dag laat zien: kijk, dat hebben we toch mooi samen gedaan. Om dat te bereiken, heb ik de ene keer een rol als een soort vriend. De andere keer ben ik meer een grote broer of vader.’ En nee, zegt Arne, daarbij acteert hij niet. ‘Ik ben oprecht. Altijd. Ik begeleid cliënten vooral op gevoel. Natuurlijk beheers ik daarbij de methodieken, zoals Triple C, maar het eerste instrument dat ik inzet is als altijd mijn gevoel.’

Enthousiast en oprecht

Ook het aansturen van teams doet hij op gevoel. Om dat te kunnen doen, werkt hij minimaal de helft van de tijd mee op de groep. ‘Dan krijg je een goed beeld van hoe begeleiders werken met cliënten. Medewerkers helpen in hun groei, waardoor zij betere zorg kunnen leveren, dát vind ik inmiddels het allerleukst om te doen.’ Wat iemand een goede begeleider maakt? ‘Als je enthousiast bent en elke dag nieuwe weer vol energie begint – ook als je de dag ervoor bent uitgescholden of aangevallen – dan ben je uit het goede hout gesneden. Daarnaast moet je er echt onvoorwaardelijk zijn voor een cliënt. En je moet oprecht zijn. Ben je dat niet, dan prikken cliënten daar zo doorheen.’

Successen vieren

Aan enthousiasme geen gebrek bij Arne. Elk succesje wordt door hem gevierd. ‘Als mensen zijn we geneigd om naar negatieve dingen te kijken. Ik had dat vroeger ook. Was één iemand vijf minuten te laat gedoucht, terwijl de rest netjes op tijd aan het ontbijt zat, dan baalde ik stevig. Tegenwoordig zie ik beter in welke progressie er is geboekt, bijvoorbeeld ten opzichte van een jaar geleden. Er is mij weleens verweten dat ik te veel mijn successen vier. Maar ik vind: als je ook de kleine overwinninkjes kunt zien, dan geeft dat positieve energie om verder te komen. Zowel voor begeleiders als cliënten.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: voormalig badmeester Jorn ging tóch zijn ouders achterna

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: Jorn (32), in dienst bij Zeno als teammanager/-coach. ‘Ze hebben niks. Het zijn juist heel leuke mensen.’ Dat kunnen jullie wel zeggen, dacht Jorn als zijn ouders dat tegen hem zeiden, maar ik vind die gehandicapte mensen vreemd. Ze lopen […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: Jorn (32), in dienst bij Zeno als teammanager/-coach.

‘Ze hebben niks. Het zijn juist heel leuke mensen.’ Dat kunnen jullie wel zeggen, dacht Jorn als zijn ouders dat tegen hem zeiden, maar ik vind die gehandicapte mensen vreemd. Ze lopen raar, doen raar en zijn onvoorspelbaar. Nee, Jorn vond het maar niks als zijn ouders hem meenamen naar de woongroep waarop ze werkten. Spannend, dát was het. Werken in de gehandicaptenzorg, dat ging Jorn dus mooi niet doen. Gymleraar wilde hij worden. Maar de sportopleiding was niet helemaal zijn ding. Net als zijn latere werk als badmeester in het zwembad.

Klik ondanks hechtingsstoornis

Jorns toenmalige vriendin werkte in de zorg. Soms ging ze met een jongen en een meisje op stap. Af en toe ging Jorn mee, naar de kinderboerderij bijvoorbeeld. En verrek, met die jongen kreeg hij een klik. En dat terwijl die jongen een hechtingsstoornis had. Zijn vriendin zei: dit ligt jou. ‘Toen dacht ik: dit werk zou het wel eens kunnen zijn voor mij. Tóch wel,’ zegt Jorn. Hoewel… Na zijn eerste week als vakantiekracht op een dagbestedingsgroep twijfelde hij. Kokhalzend stond hij cliënten te verschonen. ‘Maar ik kreeg snel een goede band met die mensen. Daarom zette ik door.’

Intensieve ondersteuning

Jorn kwam op een woongroep te werken met cliënten met autisme en hechtingsstoornis. Daarna werkte hij onder meer als persoonlijk begeleider met gehandicapten. Bij Zeno doet hij opdrachten als (meewerkend) teammanager/-coach. Dat is niet niks. Vastgelopen teams ondersteunt hij intensief. Bijvoorbeeld op het gebied van onderlinge samenwerking of ingewikkelde casuïstiek binnen de cliëntengroep. In drie, zes of soms zelfs twaalf maanden zorgt hij er samen met de betreffende zorgorganisatie voor dat het vastgelopen team weer op eigen kracht verder kan. Met zijn externe expertise zorgt hij voor de frisse wind. Zo maakte Jorn al van vele supportopdrachten een succes.

Dagstructuur herstellen

Jorns specialiteit? Het herstellen van een zinvolle dagstructuur voor cliënten. Daarmee herstelt in de rol van aanvoerder tegelijkertijd de coachingstructuur voor de begeleiders. ‘Aansturen van begeleiders is leuk. Maar ik vind het vooral interessant om samen te bekijken waar de échte behoefte van een cliënt zit. Niet: wat doet een cliënt, maar waarom doet hij dit? Met elkaar discussiëren over hoe we iemand zich veilig kunnen laten voelen, dát vind ik mooi. Ook omdat ik daarmee zelf nieuwe inzichten opdoe en ervan leer. En het mooiste is als je de zorg weer kunt overdragen naar de organisatie. Dat is namelijk waarom ik word ingehuurd.’

Gooien met ontlasting

Een van zijn mooiste successen? Jorn noemt een cliënt die regelmatig met zijn ontlasting gooide en smeerde. ‘Hij droeg  een speciaal pakje, zodat hij dat niet kon doen. Bij het douchen en aankleden moest dat pak uit en ging hij los. Begeleiders gingen soms met veiligheidsbrillen en zelfs een helm op naar binnen. Die situatie hebben we omgedraaid. Door praktische dingen te veranderen en videobeelden van hem te analyseren. Maar vooral door goed te kijken waar zijn behoefte lag. Hij vertoonde dat gedrag, omdat hij angst of stress had. En wat deden wij? Wij gingen snel weg als hij ging douchen. Terwijl hij eigenlijk om hulp vroeg. Stap voor stap hebben we hem laten ervaren dat het oké is om gespannen te zijn. En dat het niet nodig is om dat zo te uiten. Nu gooit hij bijna nooit meer. De begeleiders voelen zich een stuk veiliger. Daardoor ontstaat sneller een vertrouwensband. Je moet geduld hebben in dit vak. Maar die ene succeservaring, daarvoor doe je het. Dat is goud.’

Het hele gezin in de zorg

Soms komt Jorn met een schram of een blauwe plek bij zijn voetbalclub VV Drechtstreek. Hoe kun je dit werk doen, vragen zijn teamgenoten. Wat Jorn dan altijd zegt: ‘Het zijn mensen, net als jij en ik. Heel leuke mensen zelfs. Ze hebben alleen een beetje hulp nodig.’ Jorn glimlacht. ‘Ja, ik zeg precies hetzelfde als mijn ouders destijds tegen mij. Ze hebben me nooit gepusht, maar vinden het leuk dat ik dit werk doe. Mijn tweelingzus werkt ook in de gehandicaptenzorg en mijn oudste zus heeft lang gezorgd voor iemand met het syndroom van Down. We hebben interessante, zorginhoudelijke gesprekken. Dat had ik vroeger echt nooit gedacht.’ Of hij dit werk voor altijd blijft doen? Jorn hoeft nog geen milliseconde na te denken. ‘Ja,’ zegt hij volmondig. ‘Werken in de zorg is echt mijn roeping gebleken.’ Daar moest hij alleen eerst even achter komen.

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Petra zal nooit stoppen met zorgen voor anderen

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Petra. Prinses? Kapster? Topsportster? Nee hoor. De 5-jarige Petra (nu 55 jaar) riep: ‘Als ik later groot ben, dan wil ik werken met mensen met een handicap!’ Dat had alles te maken met haar meervoudig lichamelijk […]

zinmakers-petra

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Petra.

Prinses? Kapster? Topsportster? Nee hoor. De 5-jarige Petra (nu 55 jaar) riep: ‘Als ik later groot ben, dan wil ik werken met mensen met een handicap!’ Dat had alles te maken met haar meervoudig lichamelijk en verstandelijk gehandicapte neefje. ‘Hij zat in een instelling in Nijmegen, waar we regelmatig op zondag op bezoek gingen,’ vertelt Petra. ‘Het is vijftig jaar geleden, maar ik kan het me goed herinneren. Hij lag op een grote zaal met andere gehandicapte jongens en meisjes. De hele dag lagen ze in bed. Als wij kwamen, werd hij in een rolstoel gezet. Mochten we een stukje gaan wandelen. Verder werd er bijna niks met hen gedaan.’

Gave

Nooit vond Petra het eng of raar. Waar vriendinnetjes later wel eens stonden te staren als ze iemand met een beperking zagen op straat, daar voelde zij altijd een soort aantrekkingskracht. Waar ‘m dat in zit? Petra heeft geen idee. Het is een gevoel. ‘Mijn huidige man zegt altijd: je moet hiervoor geboren zijn. Het is een soort gave. Niet iedereen kan dit werk doen. Ik zorg graag voor anderen. Daarom zal ik dit werk ook altijd blijven doen. Ook na mijn pensioen. Als vrijwilliger bijvoorbeeld. Ik zal nooit stoppen met zorgen.’

Huiselijke sfeer creëren

Toch duurde het even voordat Petra de zorg in ging. Ze ontmoette haar vorige man op jonge leeftijd, en kreeg snel kinderen. Toen die ouder werden, kwam de drang om in de zorg te werken weer opzetten. Heel even probeerde ze de kinderopvang. Niks voor haar. Zorg voor mensen met een beperking, dát moest het worden. ‘Ik kwam te werken op een groep met jonge meiden met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblematiek. Dat beviel ontzettend goed. Werken op een groep en een huiselijke sfeer creëren voor de bewoners; dáár geniet ik van.’

Van commanderen naar meehelpen

Natuurlijk komt Petra lang niet overal in een gespreid bedje terecht. Zoals bij haar huidige opdracht, waar ze nu een jaar werkt. ‘Tijdens mijn eerste dienst zei een cliënt: “Ik wil graag sinas, pak jij dat even uit de koelkast.” Dat was typerend voor de sfeer op die groep. De cliënten deden vrij weinig. Dat hebben we snel rechtgezet. Nu helpen ze met stofzuigen en wordt gezamenlijk de vaatwasser ingeruimd. Ik ben zorgzaam hoor, zeker. Ik wil er echt voor de cliënt zijn. Maar ik help hen niet als ik zelf die sinas uit de koelkast pak. Ze hebben baat bij zelfstandigheid. En bij structuur. ’s Avonds douchen is bij mij ook echt ’s avonds douchen. Daar kunnen we lang over discussiëren, maar negen van de tien keer win ik die discussie. “Oké, zeikerd”, zegt de cliënt dan met een knipoog.’

Roeping

Er was een tijd dat Petra klaar was met de zorg. Ze stopte, ging een jaar werken in een kledingzaak. Tot een vrouw met een autistische dochter zei dat Petra zo fijn met haar dochter omging. ‘Ik dacht: ik moet terug. De zorg is gewoon mijn roeping.’ Dat is bijna drie jaar geleden. Sindsdien werkt Petra als zelfstandige voor Zeno. ‘We kijken allemaal naar wat wél kan. Daar hou ik van. Ik heb al op verschillende groepen gestaan. Van mondige cliënten die je uitschelden tot ernstige beperkte cliënten die je volledig moet verzorgen. De rode draad is hetzelfde: als iedereen ’s avonds vrolijk naar bed is gegaan en lekker slaapt, dan ga ook ík met een voldaan gevoel naar huis.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Buiten de lijntjes is Jacco op zijn best

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: zelfstandig zorgprofessional Jacco. Overleggen? Vergaderen? Liever niet. Jacco is meer van doen. Daarom verliet hij in 2000 de zorg. ‘Ik was het zat om te wachten tot een knoop doorgehakt was,’ vertelt hij. ‘Dat kwam de kwaliteit van de zorg […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: zelfstandig zorgprofessional Jacco.

zinmakers-jacco

Overleggen? Vergaderen? Liever niet. Jacco is meer van doen. Daarom verliet hij in 2000 de zorg. ‘Ik was het zat om te wachten tot een knoop doorgehakt was,’ vertelt hij. ‘Dat kwam de kwaliteit van de zorg niet altijd ten goede.’ Jacco maakte een verrassende carrièreswitch: hij werd politieagent. Nou, daar was van handelingsverlegenheid geen sprake, zegt hij met een knipoog. Dat had ook te maken met zijn werkgebied: Rotterdam-Centrum. ‘Daar gebeurde het. Hectiek, actie. Dat wilde ik meemaken.’

Verschil maken

Waarom dat zo is? Jacco wil dáár werken waar hij écht het verschil kan maken, zegt hij. Daarom belandde hij als verpleegkundige ook al snel in de intensieve zorg. ‘Daar zijn situaties vaak complexer dan in de reguliere zorg. Dingen gaan anders dan in het boekje staat. Dat zet je aan tot creativiteit, het dwingt je out of the box te denken. Daar hou ik van. Zodra iets anders loopt dan zoals in het boekje staat, ben ik mijn best. Dáár zit namelijk de ruimte voor verandering en verbetering.’

Niet bekeuren, maar helpen

Het boekje van de politie Rotterdam schreef voor om repressief op te treden tegen verslaafden en daklozen. Daar had Jacco moeite mee. ‘Wat schiet een verslaafde ermee op als ik hem bekeur?’ Daarom hielp Jacco in zijn vrije tijd steeds vaker de Rotterdamse verslaafden. Vanuit Perron 0 en de Pauluskerk bracht hij ze naar Stichting De Hoop en andere zorginstellingen. Daar bezocht hij hen ook regelmatig. Op een dag belde Stichting De Hoop. De mannenkliniek vroeg om strak leiderschap en structuur. De Hoop kon niemand vinden die dit kon of wilde. Jacco wilde wel. ‘Mijn zorgachtergrond en mijn werk als politieman matchten perfect met wat er moest gebeuren.’

Bewust bedonderd

Met zijn visie hielp Jacco verslaafden de goede kant op. Het geheim? ‘Ik heb er geen probleem mee dat ze me bedonderen. En bedonderd word je soms. Veel verslaafden hebben schaamte, stellen zich niet zomaar open. Ze liegen, draaien om dingen heen en ritselen dingen achter je rug om. Eerst was ik nog de politieagent. “Jij spreekt niet de waarheid!” Gaandeweg besefte ik: om tot de waarheid te komen, heb je een route nodig. Stapje voor stapje kun je mensen tot het inzicht laten komen dat ze vooral tegen zichzelf liegen. Als ze inzien dat ze met openheid vooruit komen, krijgen ze de intrinsieke motivatie om te veranderen.’

Kwetsbaarheid tonen

Volgens het zorgboekje is een professionele afstand tot cliënten noodzakelijk. Grijs gebied, vindt Jacco. ‘Ik vind dat je je persoonlijke kwetsbaarheid juist moet gebruiken. Ik stel mijn eigen aanpak regelmatig ter discussie, geef anderen ruimte voor feedback. Ik spreek ook uit dat ik de cliënt nodig heb om tot een honderd procent resultaat te komen. Door dat uit te spreken, verstevig je de relatie en bereik je betere resultaten.’

Onbeperkt binnen de perken

Die visie gebruikt Jacco in zijn coachingspraktijk die hij sinds 2014 heeft. Maar ook in de opdrachten voor Zeno. ‘Ik begeleid vaak teams waarin het niet lekker loopt. Vertrouwen herstellen, het opnieuw opbouwen van relaties, is wat ik doe. Daarvoor moet je bestaande patronen doorbreken en samen tot nieuwe patronen komen. Veel cliënten, maar ook begeleiders hebben daarbij behoefte aan kaders. Hoewel ik graag out of the box denk, vind ik kaders niet slecht. Het is zoals Jules Deelder ooit treffend schreef: binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Jelena heeft een magneet voor mensen met een beperking

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal is het aan de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Jelena. Als er een magneet bestaat voor het aantrekken van mensen met een beperking, dan heeft Jelena de meest sterke variant. Stapt er iemand met een beperking in een verder vrijwel lege […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal is het aan de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Jelena.

Jelena

Als er een magneet bestaat voor het aantrekken van mensen met een beperking, dan heeft Jelena de meest sterke variant. Stapt er iemand met een beperking in een verder vrijwel lege bus, ja hoor, dan nóg komt diegene naast Jelena zitten. Ze lacht. ‘Mijn man maakt er regelmatig grappen over. “Kijk maar even de andere kant op, we zijn nu echt even samen op stap”. Ik weet niet wat het is. Ik trek die mensen gewoon aan. Maar zij trekken mij ook aan. Ze zijn net als wij, alleen hebben ze wat meer moeite om mee te komen in de maatschappij. Zo kijk ik naar hen. Deed iedereen dat maar.’

Van bijbaan naar baan

De zorg was niet de eerste sector waarin Jelena dacht te gaan werken. Maar ja, als 17-jarige scholier had ze geld nodig. Ze vond een bijbaantje in een steunpunt in een wijk in Den Haag. Eten koken, mensen helpen met de post, schulden wegwerken. Voor anderen zorgen, dat beviel. Dus ging ze erin verder. Ze werkte in de psychiatrie, met mensen met niet-aangeboren hersenletsel, ouderen en andere doelgroepen. Extramuraal en intramuraal. Maar ja, die magneet hè. Die zet je niet zomaar uit.

Mishandeld op je werk

En dus specialiseerde Jelena – inmiddels woonachtig in het West-Brabantse Heerle – zich in de gehandicaptenzorg, in combinatie met gedragsproblematiek. Pittig? Zeker. ‘Maar het is ook een doelgroep waarmee je resultaat kunt halen. Vanuit de Triple C-methodiek kun je mensen echt op weg helpen.’ Je moet af en toe dealen met fysieke en verbale agressie, dat wel. ‘Bekijk je het heel zwart-wit, dan word ik soms mishandeld op mijn werk.’ Ze lacht erbij. ‘Inmiddels ben ik het gewend. Ik kijk er ook vooral vanuit professioneel oogpunt naar. Als je daarmee tot iets kunt komen, heeft die agressie een functie. Zo moet je het zien, anders hou je het niet vol. Je moet het ook niet persoonlijk maken, want dat is het niet. Een cliënt die slaat, begrijpt iets niet. Het is een manier om zich te uiten.’

Vechten of vluchten?

Hoe Jelena ermee omgaat? ‘Er zijn in grote lijnen drie manieren om te reageren: vluchten, bevriezen of vechten. Ik ben een vechter, ga er gewoon op af. De eerste keer niet hoor, toen wist ik niet wat ik meemaakte. Maar hoe vaker je het ervaart, hoe beter je gaat handelen.’ Thuis vertelt ze lang niet alles meer. ‘Niet iedereen uit mijn omgeving begrijpt dat ik dit werk doe. De verhalen die ik in het begin vertelde, leverden thuis wel eens verontruste reacties op. Het is lastig uit te leggen waarom ik dit werk leuk vind. Niet iedereen kan dit of vindt dit leuk. Maar mij pakt het gewoon.’

Tranen bij afscheid

Stilzitten, dat is niks voor Jelena. Het liefst gaat ze met een groep of team aan de slag. Structuur neerzetten. Een nieuwe aanpak introduceren. Duidelijkheid en veiligheid scheppen. Voor medewerkers én voor cliënten. Haar mooiste succes? ‘Op een woongroep in Rotterdam woonde een meneer van bijna zeventig. Hij paste niet meer in de groep en werd op zijn kamer gehouden, daarbij begeleid door mensen van een beveiligingsbedrijf. De opdracht: maak hem weer onderdeel van de groep. Het team geloofde er niet in, maar ik zei: we gaan het gewoon doen. Geen deuren op slot, geen camera’s op zijn kamer. Nee, gewoon structuur bieden en kijken wat die man nodig heeft. Uiteindelijk ging hij elke dag naar de dagbesteding, at hij drie keer per week mee op de groep en ging hij mee naar uitjes. Toen hij vanwege zijn leeftijd toch werd overgeplaatst, werd er letterlijk een traantje gelaten. Dát is wat intensief werken met gedragsproblematiek met je doet. Mooi toch?’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Voor teamspeler Youssef is werken in de zorg topsport

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Youssef. Soms moet je gewoon in het diepe springen. Zelfs als je geen zwemdiploma hebt. Youssef deed het in 2012. In de zeven jaar daarvoor werkte hij op administratieve afdelingen van een zorgverzekeraar en zorgkantoor. Hij […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Youssef.

zinmakers-youssef

Soms moet je gewoon in het diepe springen. Zelfs als je geen zwemdiploma hebt. Youssef deed het in 2012. In de zeven jaar daarvoor werkte hij op administratieve afdelingen van een zorgverzekeraar en zorgkantoor. Hij was er verantwoordelijk voor de financiële uitvoering van de AWBZ, de huidige WLZ-regeling. Leuk werk. Maar altijd brandde er een klein waakvlammetje in hem. Hij wilde iets met mensen doen. Met jongeren. Voor een klas staan, in de zorg werken.


Steekvlam

Dat waakvlammetje werd een steekvlam toen Youssef op het spoor kwam van een project voor vastgelopen forensische jongeren. Hij sprong, zonder diploma. En hij bleef drijven. Met dank aan zorggroep ’s Heeren Loo, die hem de kans gaf om zich te ontwikkelen. Je moet niet bang zijn om af en toe klappen te krijgen van cliënten, zeiden ze. Dat was Youssef niet. Je moet dit wel écht willen, zeiden ze. Dat wilde Youssef wel. Hij volgde een mbo-opleiding tot persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg en leerde werken met de Triple C-methodiek.

Tien kapotte ruiten

Ze hadden niet gelogen bij ’s Heeren Loo. Youssef kreeg regelmatig klappen. Hij bleef rustig, dacht aan wat hij had geleerd. ‘Als een cliënt een ruit stukgooit, wil hij daar iets mee zeggen. Iets dat hij niet onder woorden kan brengen,’ vertelt Youssef. ‘Vaak wordt zo iemand meteen weer opgesloten. Als je dat doet, houd je het gedrag in stand of maak je het erger. Ik wil achterhalen wat er écht aan de hand is. Soms moeten er eerst tien ruiten kapot, voordat je verder komt. Maar die kapotte ruiten zijn een middel om tot iets te komen. Hetzelfde geldt voor klappen krijgen, al klinkt dat gek. Niemand wil klappen krijgen. Maar vanuit die situatie kun je een stap de goede kant opzetten.’

Vertrouwen

Alles draait om vertrouwen, zegt Youssef. Cliënten hebben doorgaans weinig vertrouwen in medemensen of het systeem. Dat geldt al helemaal voor de forensische jongen met wie hij lang werkte. ‘De eerste reactie is vaak: Wie ben jij dan? Waarom zou jij mij wél kunnen helpen? De enige manier om vertrouwen te winnen, is iemand onvoorwaardelijk steunen. Goed luisteren en kijken, de echte hulpvraag achterhalen. Zeggen: ik blijf je helpen, ik blijf achter je staan. En structuur bieden. Niet afwijken van het dagprogramma. Dan ben je betrouwbaar voor een cliënt. Daar draait het om.’

Estafetteteam

Youssef vergelijkt het met topsport. ‘Je moet continu scherp zijn en kunt niet verslappen. In één onbewaakt moment kun je werk van maanden kapotmaken.’ Hij gooit er nog een metafoor in: ‘Begeleiders rondom een cliënt zijn een estafetteteam. Je geeft het stokje aan elkaar door, maar je moet wel goede afspraken maken. Anderen moeten langer rennen als jij een fout maakt. Alles moet kloppen. Dat vind ik mooi. ik ben een teamspeler.’

Stressbuffer

In zijn jaren als zelfstandig zorgprofessional zag Youssef veel leed. Mishandeling, seksueel misbruik, loverboyslachtoffers, hechtingsproblemen, zelfbeschadiging. De rode draad? ‘Mensen zitten niet lekker in hun vel. De boog staat te strak, ze hebben geen stressbuffer. Wíj zijn die buffer en zorgen er stap voor stap voor dat die boog minder gespannen wordt. Dat ze weer zichzelf kunnen zijn. Als je dat ziet gebeuren – dáár zit voor mij de zin van het zorgen.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Daniël, ruimdenkende ‘rare’ vogel

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Daniël. Geloven draken in God? Die vraag kreeg Daniël (37) onlangs van een cliënt. Dan kun je dus zeggen: weet ik veel. Of: nee joh, natuurlijk niet. Maar je kan ook zo doen als Daniël. Dan […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Daniël.

Geloven draken in God? Die vraag kreeg Daniël (37) onlangs van een cliënt. Dan kun je dus zeggen: weet ik veel. Of: nee joh, natuurlijk niet. Maar je kan ook zo doen als Daniël. Dan zeg je tegen die cliënt dat draken niet bestaan. Maar dat draken wel op dinosaurussen lijken. En dat vogels afstammen van dinosaurussen. En dan vraag je: wat denk jij, zouden vogels geloven in God? Ja, zegt die cliënt dan, ik denk wel dat vogels geloven in God. Nou, dan dinosaurussen ook. En als je dan toch denkt dat draken bestaan, vooruit, dan geloven die óók in God.

Rare vogel

Wat Daniël betreft krijgt hij elke dag zulke vragen. Waarom dat zo is? ‘Ja, ik weet niet man,’ zegt hij, ‘ik hou gewoon van gekkies, in de goede zin van het woord. Ik ben zelf ook een beetje een rare vogel. Het mag van mij best over het randje van de realiteit gaan. Mensen met psychiatrische problemen stoppen we tegenwoordig weg. Ik denk dat ze op een betere manier aan de maatschappij kunnen deelnemen. Vroeger waren dat soort mensen medicijnman of zo. Voor mij is iedereen gelijk. Ik ben zo min mogelijk veroordelend en zoveel mogelijk geïnteresseerd in iemand.’

Jeugdgevangenis

Misschien komt het omdat hij vroeger in Rotterdam zelf een boefje was, zegt Daniël. Naarmate hij volwassener werd, dacht hij: ik ga in de jeugdgevangenis werken. Kleine boze jongetjes helpen, zoals ik zelf ooit was. ‘Maar daar ervaarde ik dat je niet iemand kan helpen wanneer je tegelijkertijd ook degene bent die hem opsluit.’ Daniël kwam na een studie social work te werken in de jeugdhulpverlening. Tien jaar lang stond hij op leefgroepen met jongeren die uit huis waren geplaatst. Als zelfstandig zorgprofessional hielp hij de afgelopen tweeënhalf jaar ook cliënten met een licht verstandelijke of meervoudige beperking, psychiatrische cliënten en dak- en thuislozen. Maar jongeren gaan hem nog steeds aan het hart. Neem Bram, van wie hij al lang ambulant begeleider is. Hij levelt gewoon lekker met jongeren. Er is een connectie. Hij raakt ze en boekt resultaat.

Lachen met Leendert

Maar zijn meest bijzondere cliënt is toch wel Leendert, een wat oudere man. Daniël maakte een korte documentaire over hem, getiteld ‘De leeuw die graag Koos Alberts wilde worden’. Soms gingen ze zomaar op pad. Op de scooter naar Rotterdam. Lekker 0.0-biertjes drinken in een café. Of een schilderij maken en dat dan zomaar ergens aanbieden. ‘Je kan denken: gedoe, met een cliënt op de scooter naar Rotterdam. Maar je kan ook gewoon gáán. En dan zien hoe het gaat. Dat is wat we bij Zeno doen. Dat maakt ons anders dan andere zorgverleners. We zijn creatiever, ruimdenkender. En als ik Leendert dan zie genieten en we lachen samen ergens om… Meer heb ik niet nodig, man.’

Zorgen is fucking cool

Ruim denken, dat kun je aan Daniël wel overlaten. Niet voor niets deed hij de afgelopen jaren nog een studie filosofie aan de Erasmus Universiteit. De zin van het leven volgens hem? ‘De enige zin van het leven is zorgen. Of beter gezegd: lief zijn voor een ander. Dat is echt het enige dat zinnig is in dit leven. Als je daar ook nog geld voor krijgt, waarom zou je dan iets anders doen? Het is fucking cool als je voor iemand zorgt, je leven in dienst stelt van anderen. Ik zou echt nooit iets anders willen doen.’

werken bij zeno
lees verder