Zinmakers: een getatoeëerd lijf van 2 meter, maar Jesse zit lekker nagels te lakken

12 oktober 2022

Zinmaker Jesse Derksen

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: Jesse (27), zorgprofessional bij Zeno.

Nee, natuurlijk neem je niet zomaar iets van je moeder aan als je puber bent. En dus ging Jesse de bouw in. Want ja, hij was groot en sterk. En hij wilde een stoer beroep hebben. Echte mannen gingen de bouw in. Nou, niet dus. Er was geen zak aan. Op zijn 21ste kapte hij ermee. En luisterde hij alsnog naar zijn moeder. ‘Mijn moeder zei altijd: óf je wordt jong vader óf je moet de zorg in,’ vertelt Jesse. ‘In onze straat was ik een van de oudere kinderen. Ik ontfermde me altijd over de andere kids en werd regelmatig gevraagd als oppas.’

Geen back-upplan meer

En warempel, zijn moeder had gelijk. Al tijdens de eerste maand van zijn opleiding gehandicaptenzorg wist hij: dit is het. ‘Ik had geen back-upplan meer, iets wat ik tot dan toe altijd had gehad, bij alles wat ik deed. Ik hoefde geen moeite te doen voor mijn huiswerk. En tijdens de les zat ik de hele tijd met mijn arm omhoog om dingen te vragen. Ik was mega-enthousiast. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. En nadat ik kennisgemaakt had met de praktijk, was ik helemaal niet meer te houden. Ik kon m’n kop niet meer houden over wat ik die dag nou allemaal weer had meegemaakt.’

Een stoerder beroep bestaat niet

Nu durft hij het met zekerheid te zeggen: ‘Een stoerder beroep dan begeleider in de intensieve zorg bestaat er niet.’ Met een big smile: ‘Werken op een Very Intensive Care groep is andere koek dan een badkamertje tegelen of een dak isoleren. Alleen weten maar weinig mensen dat. Vrijwel niemand kent deze kant van de zorg. Op verjaardagen kijken ze me vol verbazing aan als ik vertel wat ik doe.’

VIC: té intensief

Zelf werkte Jesse welgeteld twee dagen op een Very Intensive Care (VIC) groep. ‘Collega’s zeiden me: wat doe je bij de reguliere zorg? Kijk hoe groot en sterk je bent. Ik ging de uitdaging bij de VIC aan, maar kwam mezelf tegen. De cliënt die ik begeleidde, een meisje van 14 jaar, was te uitdagend voor me. Ik werd verrot getrapt en gebeten. Ik moest haar 45 minuten fixeren, terwijl ze tot bloedens toe haar hoofd op de grond beukte. Ik zag de pijn in haar ogen, voelde de onrust in haar lijf. Dat kwam ontzettend bij me binnen.’

Kwetsbaar opstellen

Met “heel veel moeite en ook een beetje schaamte” zei Jesse de andere dag: dit trek ik niet. ‘Voor die keuze kreeg ik complimenten van collega’s. Ze vonden het sterk van me dat ik me kwetsbaar durfde op te stellen. Ook vanuit Zeno heb ik ontzettend veel steun ontvangen. Dat deed me goed. Zelf heb ik er veel van geleerd. Voor mij was het de enige juiste beslissing. Je moet niet voor je ego of om stoer te doen over een grens heen gaan. Dat werkt alleen maar nadelig voor een cliënt.’

Zesde zintuig

Wat Jesse ook leerde, is dat cliënten volgens hem een soort zesde zintuig hebben. Zijn voorkomen – 2 meter, baard, tatoeages – is dan ineens niks meer waard. ‘Ze voelen het aan als je onzeker bent. Dan maakt een imposante uitstraling niet uit. Op die groep werken twee vrouwen die twee koppen kleiner zijn dan ik. Zij kunnen cliënten aan die ik niet aankan.’

Nagels lakken en haren vlechten

Bovendien, zegt Jesse, wil hij het clichébeeld doorbreken van grote kerels die intensieve zorg leveren. ‘Ik heb ook lekker nageltjes zitten lakken en haren zitten vlechten met oudere cliënten. Collega’s kijken weleens gek op. Maar je moet gewoon aansluiten bij de behoefte van de cliënt. Tegen cliënten zeg ik ook: ik mag er dan groot uitzien, ik ben eigenlijk gewoon een grote knuffelbeer! Als het écht nodig is, kan ik mijn fysiek inzetten. Maar ik los de meeste situaties eigenlijk op met humor en zorgzaamheid.’

Uitpluizen

Jesse werkt inmiddels zes jaar in de zorg. ‘Maar of ik nu tien, twintig of dertig jaar in de zorg werk, ervaren zal ik mezelf nooit noemen. Je kunt altijd blijven leren. Geen enkele cliënt en geen enkele situatie is hetzelfde. Je moet altijd scherp blijven en blijven beseffen dat er een persoon achter het ziektebeeld zit. Je kunt niks doen op de automatische piloot. Het uitpluizen van moeilijk verstaanbaar gedrag – wat bedoelt iemand, waar komt bepaald gedrag vandaan – vind ik het mooiste dat er is.’

Halve familie in de zorg

En Jesse’s moeder? ‘Je zult het niet geloven, maar zij is mede door mijn enthousiaste verhalen óók de gehandicaptenzorg in gegaan. Net als mijn vriendin, mijn beste vriend en een aantal familieleden. Thuis kunnen we eindeloos praten over ons werk. Ik ben blij dat ik uiteindelijk tóch naar mijn moeder heb geluisterd.’

werken bij zeno