Zinmakers: Voor teamspeler Youssef is werken in de zorg topsport

09 maart 2022

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Youssef.

zinmakers-youssef

Soms moet je gewoon in het diepe springen. Zelfs als je geen zwemdiploma hebt. Youssef deed het in 2012. In de zeven jaar daarvoor werkte hij op administratieve afdelingen van een zorgverzekeraar en zorgkantoor. Hij was er verantwoordelijk voor de financiële uitvoering van de AWBZ, de huidige WLZ-regeling. Leuk werk. Maar altijd brandde er een klein waakvlammetje in hem. Hij wilde iets met mensen doen. Met jongeren. Voor een klas staan, in de zorg werken.


Steekvlam

Dat waakvlammetje werd een steekvlam toen Youssef op het spoor kwam van een project voor vastgelopen forensische jongeren. Hij sprong, zonder diploma. En hij bleef drijven. Met dank aan zorggroep ’s Heeren Loo, die hem de kans gaf om zich te ontwikkelen. Je moet niet bang zijn om af en toe klappen te krijgen van cliënten, zeiden ze. Dat was Youssef niet. Je moet dit wel écht willen, zeiden ze. Dat wilde Youssef wel. Hij volgde een mbo-opleiding tot persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg en leerde werken met de Triple C-methodiek.

Tien kapotte ruiten

Ze hadden niet gelogen bij ’s Heeren Loo. Youssef kreeg regelmatig klappen. Hij bleef rustig, dacht aan wat hij had geleerd. ‘Als een cliënt een ruit stukgooit, wil hij daar iets mee zeggen. Iets dat hij niet onder woorden kan brengen,’ vertelt Youssef. ‘Vaak wordt zo iemand meteen weer opgesloten. Als je dat doet, houd je het gedrag in stand of maak je het erger. Ik wil achterhalen wat er écht aan de hand is. Soms moeten er eerst tien ruiten kapot, voordat je verder komt. Maar die kapotte ruiten zijn een middel om tot iets te komen. Hetzelfde geldt voor klappen krijgen, al klinkt dat gek. Niemand wil klappen krijgen. Maar vanuit die situatie kun je een stap de goede kant opzetten.’

Vertrouwen

Alles draait om vertrouwen, zegt Youssef. Cliënten hebben doorgaans weinig vertrouwen in medemensen of het systeem. Dat geldt al helemaal voor de forensische jongen met wie hij lang werkte. ‘De eerste reactie is vaak: Wie ben jij dan? Waarom zou jij mij wél kunnen helpen? De enige manier om vertrouwen te winnen, is iemand onvoorwaardelijk steunen. Goed luisteren en kijken, de echte hulpvraag achterhalen. Zeggen: ik blijf je helpen, ik blijf achter je staan. En structuur bieden. Niet afwijken van het dagprogramma. Dan ben je betrouwbaar voor een cliënt. Daar draait het om.’

Estafetteteam

Youssef vergelijkt het met topsport. ‘Je moet continu scherp zijn en kunt niet verslappen. In één onbewaakt moment kun je werk van maanden kapotmaken.’ Hij gooit er nog een metafoor in: ‘Begeleiders rondom een cliënt zijn een estafetteteam. Je geeft het stokje aan elkaar door, maar je moet wel goede afspraken maken. Anderen moeten langer rennen als jij een fout maakt. Alles moet kloppen. Dat vind ik mooi. ik ben een teamspeler.’

Stressbuffer

In zijn jaren als zelfstandig zorgprofessional zag Youssef veel leed. Mishandeling, seksueel misbruik, loverboyslachtoffers, hechtingsproblemen, zelfbeschadiging. De rode draad? ‘Mensen zitten niet lekker in hun vel. De boog staat te strak, ze hebben geen stressbuffer. Wíj zijn die buffer en zorgen er stap voor stap voor dat die boog minder gespannen wordt. Dat ze weer zichzelf kunnen zijn. Als je dat ziet gebeuren – dáár zit voor mij de zin van het zorgen.’

werken bij zeno