In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie komt zelfstandig zorgprofessional Nick (31) aan het woord.
Profvoetballer worden. Welk jongetje droomt er niet van? Nick wel. En hij was er dichtbij. Vanaf zijn tiende speelde hij bij FC Den Bosch, dat uitkomt in de eerste divisie. Als centrale verdediger schopte hij het tot het eerste elftal. Maar de laatste stap – van de reservebank naar het veld – kwam nooit. En dus gaf hij op zijn 21ste zijn droom op. ‘Ik was oprecht klaar met de voetbalwereld,’ vertelt Nick. ‘Het is een keiharde en egoïstische wereld. Ja, je beoefent een teamsport. Maar uiteindelijk speelt iedereen voor zijn eigen positie en salaris. Dat sluit niet aan bij mijn persoonlijkheid. Ik ben redelijk timide.’
Van profvoetbal naar psychiatrie
Maar ja, wat dan? Met de opleiding jeugdzorg was Nick gestopt. Want ja, hij zou profvoetballer worden… Gelukkig had hij een vriend bij een bedrijf dat hulpverlening bood in de psychiatrie. Daar werkte hij twee jaar, totdat hij steeds meer met tegenzin naar de kliniek reed. Het toedienen van medicatie, het ‘opsluiten’ van cliënten, het ging hem steeds meer tegenstaan. Nick merkte dat hij mensen vooral een leuke dag wilde bezorgen. Dat hij iets wilde opbouwen, échte successen wilde behalen. Daarom maakte hij de stap naar de gehandicaptenzorg. Eerst vier jaar op een VIC-workhome bij een zorgorganisatie en sinds drie jaar als zelfstandige.
Simpel, maar o zo lastig
Cliënten een leuke dag bezorgen. Het klinkt simpel, maar Nick weet als geen ander hoe lastig het is. Want, zo zegt hij: ‘De cliënten hebben ons daar keihard bij nodig.’ Het diploma dat hij haalde? Natuurlijk is dat belangrijk bij het vervullen van zijn dagelijkse missie. Maar zo is de overtuiging van Nick: de zorg moet vooral in je zitten. ‘Je hebt het of je hebt het niet. Je leert dit vak niet vanuit een boekje. Ik had het in me, ben altijd zorgzaam geweest en wil het altijd iedereen naar de zin maken. Ik moest het alleen even ontdekken.’
Liever tien kleine stappen dan één grote
Waar Nick inmiddels ook achter is: vóórdat je cliënten een leuke dag kunt bezorgen, moet je tijd en energie investeren. ‘Ik ben de zoveelste die binnenkomt en van alles belooft. Je moet echt het vertrouwen winnen van cliënten. Dat duurt minimaal een jaar, maar dat vind ik juist leuk. Een dienstje hier, een dienstje daar, en een beetje pappen en nathouden? Niks voor mij. Ik zit liever ergens voor langere tijd. Dan kun je echt iets opbouwen. Stap voor stap. Ik zet liever tien kleine stappen dan één grote. De kans dat je na die grote stap weer terugvalt in oude patronen is veel groter dan wanneer je het rustig opbouwt.’
Samen naar een muscial
Dat merkte Nick onder meer bij het autistische meisje met een extreme dwangneurose. Ze moest alles drie keer tellen, anders zou er iets slechts met haar ouders gebeuren. Mede daardoor kwam ze het terrein van de instelling niet af. ‘Door het zorgvuldig op te bouwen, in combinatie met therapie, hebben we ervoor gezorgd dat ze steeds meer durfde. Ze zag dat activiteiten ook goed gingen zonder dat dwangmatige tellen. Uiteindelijk kwamen we zó ver dat ik een aantal uitjes met haar heb gedaan. We zijn naar een musical geweest en ze is op bewonersvakantie gegaan. Daar deden we wel drie jaar over, maar ik had aan het begin van dat traject echt nooit gedacht dat ze dit zou kunnen.’
Van Jip en Janneke tot Windows installeren
Daarom werkt Nick ook als zelfstandige graag langdurig op dezelfde plekken. Voor Zeno werkte hij meer dan een jaar op een woongroep in Middelharnis, met een combinatie van cliënten met een licht en matig verstandelijke beperking. ‘Met de een praat ik over Jip en Janneke, met de ander over het installeren van de nieuwe Windows op zijn computer. Die afwisseling is mooi.’ Via Zeno aan Huis is Nick al maanden betrokken bij een tweeling, die thuis ernstig probleemgedrag vertoonde. Op de eerste dag werd hij in zijn gezicht gebeten. Maar door zo min mogelijk aandacht te besteden aan dat gedrag, werden snel stappen gezet. ‘Nu vertonen ze zelden nog probleemgedrag. Dat zijn interessante trajecten, omdat je in iemands veilige thuisomgeving komt én omdat wij vaak een visie hebben die haaks staat op die van de ouders. Ook in zo’n situatie zijn kleine stapjes van belang.’
‘Zeno? Oh, dan is het goed!’
Toen Nick bij Zeno binnenkwam, waren er zo’n 25 zelfstandig zorgprofessionals aangesloten. Nu zijn dat er honderden. ‘Toch lijdt de kwaliteit daar niet onder,’ ervaart Nick. ‘Wat ik vaak hoor bij organisaties als ik zeg dat ik via Zeno kom: “Oh, dan is het goed!” Zeno-professionals kijken toch net iets anders naar de zorg. Dat past bij mij. Ik durf dan ook voluit te zeggen: de zorg sluit veel beter aan bij mij en mijn persoonlijkheid dan de voetbalwereld.’