Nieuws en kennis

nieuwsberichten en informatievoorziening van Zeno

Direct hulp nodig? Bel: +31 184 63 67 12

Zinmakers: Nick is uiteindelijk blij dat hij het niet redde als profvoetballer

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie komt zelfstandig zorgprofessional Nick (31) aan het woord.    Profvoetballer worden. Welk jongetje droomt er niet van? Nick wel. En hij was er dichtbij. Vanaf zijn tiende speelde hij bij FC Den Bosch, dat uitkomt in de eerste […]

Nick, zorgprofessional bij Zeno

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie komt zelfstandig zorgprofessional Nick (31) aan het woord.   

Profvoetballer worden. Welk jongetje droomt er niet van? Nick wel. En hij was er dichtbij. Vanaf zijn tiende speelde hij bij FC Den Bosch, dat uitkomt in de eerste divisie. Als centrale verdediger schopte hij het tot het eerste elftal. Maar de laatste stap – van de reservebank naar het veld – kwam nooit. En dus gaf hij op zijn 21ste zijn droom op. ‘Ik was oprecht klaar met de voetbalwereld,’ vertelt Nick. ‘Het is een keiharde en egoïstische wereld. Ja, je beoefent een teamsport. Maar uiteindelijk speelt iedereen voor zijn eigen positie en salaris. Dat sluit niet aan bij mijn persoonlijkheid. Ik ben redelijk timide.’

Van profvoetbal naar psychiatrie

Maar ja, wat dan? Met de opleiding jeugdzorg was Nick gestopt. Want ja, hij zou profvoetballer worden… Gelukkig had hij een vriend bij een bedrijf dat hulpverlening bood in de psychiatrie. Daar werkte hij twee jaar, totdat hij steeds meer met tegenzin naar de kliniek reed. Het toedienen van medicatie, het ‘opsluiten’ van cliënten, het ging hem steeds meer tegenstaan. Nick merkte dat hij mensen vooral een leuke dag wilde bezorgen. Dat hij iets wilde opbouwen, échte successen wilde behalen. Daarom maakte hij de stap naar de gehandicaptenzorg. Eerst vier jaar op een VIC-workhome bij een zorgorganisatie en sinds drie jaar als zelfstandige.

Simpel, maar o zo lastig

Cliënten een leuke dag bezorgen. Het klinkt simpel, maar Nick weet als geen ander hoe lastig het is. Want, zo zegt hij: ‘De cliënten hebben ons daar keihard bij nodig.’ Het diploma dat hij haalde? Natuurlijk is dat belangrijk bij het vervullen van zijn dagelijkse missie. Maar zo is de overtuiging van Nick: de zorg moet vooral in je zitten. ‘Je hebt het of je hebt het niet. Je leert dit vak niet vanuit een boekje. Ik had het in me, ben altijd zorgzaam geweest en wil het altijd iedereen naar de zin maken. Ik moest het alleen even ontdekken.’

Liever tien kleine stappen dan één grote

Waar Nick inmiddels ook achter is: vóórdat je cliënten een leuke dag kunt bezorgen, moet je tijd en energie investeren. ‘Ik ben de zoveelste die binnenkomt en van alles belooft. Je moet echt het vertrouwen winnen van cliënten. Dat duurt minimaal een jaar, maar dat vind ik juist leuk. Een dienstje hier, een dienstje daar, en een beetje pappen en nathouden? Niks voor mij. Ik zit liever ergens voor langere tijd. Dan kun je echt iets opbouwen. Stap voor stap. Ik zet liever tien kleine stappen dan één grote. De kans dat je na die grote stap weer terugvalt in oude patronen is veel groter dan wanneer je het rustig opbouwt.’

Samen naar een muscial

Dat merkte Nick onder meer bij het autistische meisje met een extreme dwangneurose. Ze moest alles drie keer tellen, anders zou er iets slechts met haar ouders gebeuren. Mede daardoor kwam ze het terrein van de instelling niet af. ‘Door het zorgvuldig op te bouwen, in combinatie met therapie, hebben we ervoor gezorgd dat ze steeds meer durfde. Ze zag dat activiteiten ook goed gingen zonder dat dwangmatige tellen. Uiteindelijk kwamen we zó ver dat ik een aantal uitjes met haar heb gedaan. We zijn naar een musical geweest en ze is op bewonersvakantie gegaan. Daar deden we wel drie jaar over, maar ik had aan het begin van dat traject echt nooit gedacht dat ze dit zou kunnen.’

Van Jip en Janneke tot Windows installeren

Daarom werkt Nick ook als zelfstandige graag langdurig op dezelfde plekken. Voor Zeno werkte hij meer dan een jaar op een woongroep in Middelharnis, met een combinatie van cliënten met een licht en matig verstandelijke beperking. ‘Met de een praat ik over Jip en Janneke, met de ander over het installeren van de nieuwe Windows op zijn computer. Die afwisseling is mooi.’ Via Zeno aan Huis is Nick al maanden betrokken bij een tweeling, die thuis ernstig probleemgedrag vertoonde. Op de eerste dag werd hij in zijn gezicht gebeten. Maar door zo min mogelijk aandacht te besteden aan dat gedrag, werden snel stappen gezet. ‘Nu vertonen ze zelden nog probleemgedrag. Dat zijn interessante trajecten, omdat je in iemands veilige thuisomgeving komt én omdat wij vaak een visie hebben die haaks staat op die van de ouders. Ook in zo’n situatie zijn kleine stapjes van belang.’

‘Zeno? Oh, dan is het goed!’

Toen Nick bij Zeno binnenkwam, waren er zo’n 25 zelfstandig zorgprofessionals aangesloten. Nu zijn dat er honderden. ‘Toch lijdt de kwaliteit daar niet onder,’ ervaart Nick. ‘Wat ik vaak hoor bij organisaties als ik zeg dat ik via Zeno kom: “Oh, dan is het goed!” Zeno-professionals kijken toch net iets anders naar de zorg. Dat past bij mij. Ik durf dan ook voluit te zeggen: de zorg sluit veel beter aan bij mij en mijn persoonlijkheid dan de voetbalwereld.’

lees verder

Zinmakers: Quincy spreekt meerdere talen, verbaal en non-verbaal

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Dit keer: zelfstandig zorgprofessional Quincy (33). Quincy had al besloten dat hij voor Zeno zou gaan werken. Aan de goede verhalen die hij had gehoord, had hij genoeg. Toch checkte hij voorafgaand aan zijn kennismakingsgesprek nog even de website. ‘Het eerste […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Dit keer: zelfstandig zorgprofessional Quincy (33).

Quincy had al besloten dat hij voor Zeno zou gaan werken. Aan de goede verhalen die hij had gehoord, had hij genoeg. Toch checkte hij voorafgaand aan zijn kennismakingsgesprek nog even de website. ‘Het eerste wat ik zag staan, was: “Zeno. Zin om te zorgen!” Eerlijk, toen hadden jullie me al. Ik was meteen verkocht,’ zegt hij. ‘Daarna klikte ik verder, naar de pagina van Zinmakers. Toen ik al die verhalen van de zorgprofessionals las, dacht ik: dit zijn mijn mensen. Ik las een verhaal van iemand die weinig geduld heeft in het dagelijkse leven, maar met cliënten juist extreem geduldig is. Daarin herkende ik mezelf. Ook de opdrachten waarover ze vertelden, sloten perfect aan bij wat ik graag doe. Toen wist ik het helemaal zeker: voor deze organisatie wil ik werken.’

Inlevingsvermogen

Moeite om vanuit zijn eigen onderneming de kernwaarden van Zeno uit te dragen, heeft Quincy dan ook niet. ‘Mijn kernwaarden zijn precies dezelfde als die van Zeno. Ik heb extreem veel plezier in het werk en ben enorm gepassioneerd. Ook kan ik goed samenwerken. Inmiddels doe ik veel klussen als teamleider. In die functie betrek ik alle begeleiders constant bij het proces. Daarnaast zit inlevingsvermogen in mijn karakter. Dat is een fijne eigenschap, die goed past in de zorg.’

Grote kerel, rustige uitstraling

Wat Quincy ook van nature heeft, is een rustige uitstraling. ‘Ik ben 1 meter 90 lang, heb een donkere huidskleur en rastakapsel,’ zegt hij. ‘Als ik ergens binnenkom, gaan de blikken vaak direct richting mij. Maar hoewel ik een grote kerel ben, straal ik rust uit. Dat heb ik altijd al gehoord, dus dan zal het wel zo zijn. Ik doe het niet bewust; het is een mooi geschenk dat ik heb meegekregen. Wat ik wel heb geleerd, is goed luisteren. Ik kan goed doorvragen en samenvatten. Zo bouw je iets op met een cliënt en kom je erachter wat hij of zij écht wil.’

Moeilijk verstaanbaar gedrag verstaan

Die eigenschappen zet Quincy het liefst in voor mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag. ‘Ik heb eerst met ouderen gewerkt. Dat was mooi; mijn meest bijzondere casus was met een dementerende man. Hij vertoonde veel agressie, maar uiteindelijk heb ik met hem mooie resultaten gehaald. Toch voelde ik dat ik meer uitdaging nodig had. Ik ging me verdiepen in doelgroepen en kwam erachter dat er een grote groep mensen is met moeilijk verstaanbaar gedrag. Toen dacht ik: hé, hier kan ik iets mee. Ik haal ontzettend veel voldoening uit werken met deze doelgroep. Ik vind het fijn om voor hen een betrouwbaar persoon te zijn. Zoveel betrouwbare personen hebben ze niet in hun leven. Het is mooi als cliënten je in vertrouwen nemen.’

Lichaamstaal

Wat helpt, is dat Quincy meerdere talen spreekt. Letterlijk: hij kan communiceren in het Nederlands, Engels, Spaans en – door zijn Curaçaose roots – het Papiaments. Minstens zo belangrijk zijn de non-verbale talen die hij spreekt. ‘Het gaat in de zorg voor een groot deel om lichaamstaal. Als je houding open, vriendelijk en uitnodigend is, komen cliënten eerder naar je toe. Ook heb ik met dove jongeren gewerkt. Voor die klus leerde ik mezelf de basisbeginselen van de gebarentaal. Communicatie is cruciaal in de zorg. En het maakt daarbij niet uit op welke manier je communiceert.’

Eerst de cliënt, dan het dagprogramma

Flexibiliteit is al even belangrijk, vindt Quincy. ‘Natuurlijk biedt een dagprogramma houvast, maar Zeno-professionals kijken eerst naar de cliënt en daarna pas naar het dagprogramma. Als iemand om vijf uur moet douchen en om kwart voor vijf hartstikke gespannen is, dan gaan wij hem niet verplichten om klokslag vijf uur onder de douche te staan. Je moet altijd kijken naar wat de cliënt nodig heeft, met hem meebewegen. Dat doet lang niet iedereen in de zorg. Voor mij is zoiets vanzelfsprekend. Mede daardoor pas ik zo goed bij Zeno.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Romano wil de beste versie van zichzelf zijn, als begeleider én als kickbokser

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Dit keer is het de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Romano (25). Als het aan Romano ligt, wordt hij ooit in één adem genoemd met kickboksers Rico Verhoeven en Badr Hari. De 25-jarige inwoner van Spijkenisse timmert hard aan de weg en […]

Romano

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Dit keer is het de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Romano (25).

Als het aan Romano ligt, wordt hij ooit in één adem genoemd met kickboksers Rico Verhoeven en Badr Hari. De 25-jarige inwoner van Spijkenisse timmert hard aan de weg en behoort tot de betere kickboksers van Nederland. Of hij ooit de stap naar de absolute top zet? Romano doet er elke dag alles aan. Eén ding weet hij zeker: wat er ook gebeurt, hij blijft in de zorg werken. ‘De zorg is een passie van me geworden, net als kickboksen. Ik zou niet meer zonder willen,’ zegt hij.

Wie durft het aan?

Die passie begon met een bericht in de groepsapp van de sportschool. Een van de jongens met wie Romano traint, werkt bij een grote zorgorganisatie en appte: “We zoeken personeel voor de intensieve zorg voor mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag. Iemand die dit aandurft?” Dat laatste woordje triggerde Romano. ‘Daar zat iets spannends in, een uitdaging. Als iemand tegen mij zegt dat iets niet lukt, ga ik het tegendeel bewijzen. Ik probeer graag zoveel mogelijk dingen uit. Dat is de enige manier om te ervaren of het iets voor je is.’

Onbewust bekwaam

En dus ging Romano eens een uurtje meekijken. Dit klopt, voelde hij direct. Dat vonden ook zijn collega’s, nadat hij besloot de zorg in te gaan. Ze zeiden dat het leek alsof ze al langer samenwerkten. Dat hij het goed deed. Daar nam Romano geen genoegen mee. ‘Ik wil de beste versie van mezelf creëren. Alleen als je dat bent, kun je het beste geven aan een ander. Daarom kijk ik altijd kritisch naar mezelf. Ik vraag om feedback en durf die te ontvangen. Collega’s werden weleens gek van me. Als ik dingen goed deed, wilde ik weten waarom dat dan goed was. Ik was onbewust bekwaam, maar wilde bewust bekwaam worden. Dat komt ook door mijn sport. Mijn kickbokspartijen kijk ik soms wel honderd keer terug. Ik wil leren, weten wat ik beter kan doen.’

In de hoek gedwongen

Er zijn meer parallellen tussen vechten in de ring en werken in de zorg. Romano: ‘Soms vecht ik tegen iemand en denk ik: het klopt net niet, ik kom er niet uit hoe ik hem moet aanpakken. Voor situaties met cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag geldt hetzelfde. Maar of ik nu letterlijk of figuurlijk in de hoek gedwongen word, er is altijd een oplossing. Je moet alleen bereid zijn om hem te vinden. En de creativiteit hebben om de situatie anders te benaderen en zo in jouw voordeel te draaien.’

‘NEE!’

Neem de 27-jarige jongen waarmee Romano al een paar jaar werkt op een VIC Workhome in Zwammerdam. Een pittige cliënt met moeilijk verstaanbaar gedrag, autisme, angststoornissen en automutilatie. Hij kan niet praten maar begrijpt best veel, al duurt het soms letterlijk een dag voordat dingen tot hem doordringen. Op alles wat begeleiders hem vroegen, schreeuwde hij eerst keihard ‘NEE!’. Het voelde alsof Romano door een metersdikke muur moest breken. Zodra hij de kamer van de cliënt binnenstapte, mondde het uit in een fixatie.

Op gevoel naar een opening

Dat had geen zin. Op gevoel besloot Romano het anders aan te pakken. Hij ging in de achtertuin zitten, waarop de cliënt vanuit zijn kamer uitkeek, en deed net of hij niet wist dat de cliënt hem zag. Met een bord eten op schoot, bestemd voor de cliënt, wachtte Romano af. Na een tijdje veranderde het goed hoorbare ‘NEE!’ in ‘JA!’. Zo wist Romano dat de cliënt wilde eten. En kon hij naar zijn kamer gaan om het eten aan hem te geven. ‘Ik vroeg hem niks, maar bleef gewoon bij de deur staan,’ vertelt Romano. ‘Ik wachtte tot hij het bord kwam pakken. Na verloop van tijd kwam ik erachter dat het beter werkte als ik hem niet aankeek. Ook oogcontact voelde voor hem alsof ik iets van hem wilde. Op een gegeven moment waren er diensten dat ik hem niet aankeek en niet met hem sprak. Ik keek en luisterde alleen maar naar hoe hij zich gedroeg. Inmiddels draai ik vlekkeloze diensten met hem. Het was puur improviseren, maar op die manier kreeg ik een opening. Die creativiteit en dat doorzettingsvermogen sluiten aan bij de kernwaarden van Zeno. Daarom passen we goed bij elkaar.’

Energie

Andere begeleiders noemen de cliënt gekscherend de zoon van Romano. ‘Soms voelt het ook zo. Ik steek mijn hart en ziel in de cliënten die ik begeleid. Dat wordt gewaardeerd, ook door ouders. Als ik zelf een kind zou hebben met een beperking, zou ik ook wensen dat hij de beste zorg krijgt. Daarom geef ik alles. Ik haal echt enorm veel plezier en voldoening uit dit werk. Al kan het ook aan me vreten; als het niet lekker loopt, neem ik het mee naar huis.’ Of het te combineren is met zijn kickbokscarrière? ‘Zeker! Als ik een tijdje niet heb gewerkt en niet weet hoe het met een cliënt gaat kost me dat meer energie dan wanneer ik een werkdag vol fixaties heb gehad. Dat zegt denk ik wel genoeg. De zin om te zorgen die alle Zeno-professionals hebben, dat zit bij mij wel goed. Zolang ik het kan, wil ik beide dingen blijven combineren!’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Mike sloot zijn taxideuren voor cliënten, maar opende daarna zijn hart

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Mike (55). Twaalf ambachten, dertien ongelukken. Dat was – gechargeerd gezegd – een tijdlang het leven van Mike. Hij werd opgeleid als automonteur, maar legde ook vloeren en zat een tijdje op een taxi. Op een […]

Mike

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Mike (55).

Twaalf ambachten, dertien ongelukken. Dat was – gechargeerd gezegd – een tijdlang het leven van Mike. Hij werd opgeleid als automonteur, maar legde ook vloeren en zat een tijdje op een taxi. Op een dag zei een vriend, die in de gehandicaptenzorg werkte: waarom kom je niet eens een dagje meelopen? ‘Ik wist amper hoe je zorg schreef,’ zegt Mike nu, met een grote grijns. ‘Maar ik dacht: waarom niet? Er ging een wereld voor me open. Als ik met de taxi bij die zorgorganisatie moest zijn, checkte ik of m’n deuren op slot waren. Ik dacht: wat zijn dat voor rare mensen? Maar het bleken heel mooie, bijzondere mensen te zijn.’

Geen werk, maar roeping

En zo kwam het dat de man die niet eens wist hoe je ‘zorg’ schreef, begin deze eeuw de gehandicaptenzorg in ging. Waar hij zijn taxideuren eerst nog sloot, stelde hij nu zijn hele hart open voor de cliënten. Sindsdien voelt het niet meer alsof hij aan het werk is. Het is een roeping, zegt Mike. ‘Iets betekenen voor een ander en dat met heel je hart doen, met zoveel vrijheid, dat is zoveel meer waard dan geld.’

Reuma van het schrijven

Mike zag de gehandicaptenzorg veranderen in ruim twintig jaar. Zo ziet hij dat het steeds meer om geld draait en minder om de kwaliteit van zorg. Dat er te veel gefocust wordt op dingen die fout gaan. ‘Als er een incident is geweest, krijg ik bijna reuma van het schrijven, zoveel moet je vermelden. Bij een rustige dienst schrijft iedereen op: geen bijzonderheden. Dat vind ik vreemd. Schrijf op wat er mooi was. Op welke goede dingen we kunnen voortborduren als begeleidingsteam. Dat is net zo belangrijk. Elk stapje vooruit is bijzonder. Daar staan we onvoldoende bij stil.’

Cliënt weg of team weg?

Wat ook veranderde: cliënten met verschillende beperkingen zitten nu vaak door elkaar. Dat maakt het leuk, maar ook uitdagend. ‘Medewerkers lopen hier tegenaan,’ constateert Mike. ‘Omdat ze niet hebben geleerd voor het omgaan met een bepaalde beperking. Dan krijg je al snel zo’n reactie van: die cliënt past hier niet. Ik vind het jammer dat meestal de cliënt weg moet en niet het team, terwijl het team juist de kennis mist. Het zal wel net zo zijn als in het voetbal: daar is het ook makkelijker om één trainer te ontslaan dan elf spelers.’

Laat mensen ervaren

Mike laat zich er niet door afleiden. Hij doet zijn eigen ding. Zijn stokpaardje? Je moet mensen dingen laten ervaren. Wie het ook is. Hij deed het met jongeren die niet meer thuis konden wonen. Tijdens empowermentprojecten liet hij hen in de bergen van Nepal letterlijk stappen zetten. ‘Ze ervaarden hoe ze hindernissen konden overwinnen. Die jongeren zijn mij en de andere collega’s nog steeds dankbaar. Maar wij hebben hen alleen dingen aangereikt. Zij hebben er zelf iets mee gedaan.’

Te veel angst

Ook cliënten moet je volgens Mike laten ervaren wat ze wél kunnen. ‘Lukt het niet? Prima, dan proberen we het morgen weer. Maar we blijven het proberen.’ Hetzelfde geldt voor medewerkers. ‘In de zorg is veel sprake van angst. Soms zitten er twee of drie begeleiders op één cliënt. Nou, dat is meer dan in de tbs-kliniek, waar ik ook heb gewerkt. De cliënten zijn geen delinquenten. Ze kunnen zich alleen wat moeilijk uiten. Dan moet je duidelijk zijn en betrouwbaar. Als iemand geen suiker mag, dan mag ie geen suiker. Totdat dit besproken is in een werkzorgoverleg waarbij ook een orthopedagoog aanwezig is. Als ik vroeger op een VIC Workhome zei: ‘Ik kom zo’, dan hingen ze gelijk in mijn shirt. Dat was te onduidelijk. Je moet dingen concreet benoemen. Zoals: ‘Ik kom als mijn koffie op is.’ Of: ‘Ik kom als de wijzer bij de zes staat.’ Dat is duidelijk. Als je medewerkers laat ervaren hoe je dat aanpakt, kunnen ze daar hun voordeel mee doen.’

Nog één ambitie

Maar, zo zegt Mike, medewerkers moeten elkaar ook niet te veel kopiëren. Anders prikken cliënten daar doorheen. ‘We vergeten wel eens dat wij niet alleen hén observeren, zij observeren óns ook de hele dag. Ze zien precies hoe je in je vel zit.’ De liefde van Mike voor het vak en de cliënten is groot. Hij zou het nog jaren willen doen, maar hij weet op zijn 55ste ook dat de jaren gaan tellen. Bovendien heeft hij nog één ambitie: werken met mensen in de beginnende fase van dementie. Met pijn in zijn hart zal hij ooit de gehandicaptenzorg vaarwel zeggen. Maar hij weet nu al: ook wanneer hij met mensen met dementie werkt, zal het niet als werken voelen. Want zorgen voor een ander, dát is zijn roeping.

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Rosalie’s cliënten houden haar elke dag een spiegel voor

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Dit keer is het de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Rosalie (26).   Rosalie weet wat ze altijd zeggen: in de gehandicaptenzorg krijg je een spiegel voorgehouden. Ze dacht dat ze de afgelopen jaren alle mogelijke spiegels wel gezien had. Maar toen […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Dit keer is het de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Rosalie (26).  

Zorgprofessional Rosalie van Dijke

Rosalie weet wat ze altijd zeggen: in de gehandicaptenzorg krijg je een spiegel voorgehouden. Ze dacht dat ze de afgelopen jaren alle mogelijke spiegels wel gezien had. Maar toen kwam ze via Zeno op een woning in Zwammerdam te werken, met cliënten met lvb+. En dat plusje, zegt Rosalie, is bij die cliënten “heel erg plus”. ‘Ze hebben interessante aandoeningen. Veel cliënten kampen met een hechtingsstoornis en trauma’s.’ Ze is even stil. Dan zegt ze: ‘Nou, in Zwammerdam hebben ze die spiegel opnieuw goed in m’n gezicht gedrukt hoor! Je bent daar om anderen te begeleiden, maar je leert ook heel veel over jezelf.’

‘Je laat me weer stikken!’

Rosalie geeft een voorbeeld van een cliënt. Een man met een Turkse achtergrond, die graag Turkse tv-kanalen wilde. Dat ging ze regelen, volgens een minutieus uitgestippeld stappenplan waarvan ze hem nauwkeurig op de hoogte hield. Niet alles zou in één keer lukken, had ze gezegd. En toen één dingetje een dag langer duurde dan besproken, reageerde de cliënt boos: “Zie je, je laat me weer stikken!” Rosalie schrok. ‘Mijn eerste gedachte was: hallo, ik kan hier niks aan doen! Ik doe alles voor je en dan reageer je zo? We hadden in twee maanden een goede band opgebouwd en door zoiets kleins leken we weer helemaal terug bij af.’

Hoor ik hier wel?

Met collega’s besprak Rosalie het incident. ‘Ik vroeg me na een tijdje echt af: hoor ik hier wel? Mijn collega’s vertelden dat iedereen op deze locatie het in het begin lastig heeft. De cliënten kunnen zaken soms zo draaien dat het lijkt alsof het jouw schuld is. Ik heb geleerd om me dat niet persoonlijk aan te trekken.’ Rosalie ging in gesprek met de cliënt. ‘Ik heb het positief gedraaid: twee van de drie dingen zijn wél gelukt. En dat derde komt ook goed. Alleen iets later. Na een paar keer uitleggen begreep hij dat wel.’

Kloppende ader

De gebeurtenis maakte de onderlinge band sterker. Rosalie en de cliënt hebben een vast afscheidsritueel, waarbij ze een specifiek gebaar maken met de vingers. Soms gaat de cliënt naar een andere begeleider. Terwijl hij weet dat Rosalie luistert, zegt hij: “Ik wil niet meer dat Rosalie mijn begeleider is.” Gierend van de lach wacht ie dan tot Rosalie ‘boos’ haar hoofd om de hoek steekt. Dan schiet ie in de lach en zwelt de ader in zijn voorhoofd helemaal op. ‘Rustig, straks klapt je ader nog!’, zegt Rosalie dan. ‘Dan gaat ie nog meer stuk,’ vertelt ze liefdevol.

Lekker direct

De Maassluisse mag dan de jongste van het team zijn, ze deinst nergens voor terug. En ze is soms lekker direct. Soms botst ze dan even met bepaalde cliënten. Dan denkt ze: ben ik niet te direct? Maar haar collega’s zeggen dat de cliënten met haar weglopen. Bovendien zijn cliënten gebaat bij duidelijkheid. ‘Ze weten wat ze aan me hebben,’ zegt Rosalie. ‘Maar ik ga na zo’n botsing ook wel het gesprek aan, hoor. Dan vraag ik of ze het lastig vonden dat ik hen begrensde of ergens op aansprak. Daar hebben we het dan over. Zo leren we elkaar beter begrijpen.’

Geduldiger

Inmiddels weet Rosalie: het kan niet altijd op haar tempo. ‘Ik moet soms even terugschakelen en dingen wat vaker uitleggen. Dat is niet erg. Je wordt er creatief van. Daarnaast ben je dus continu aan het reflecteren op je eigen doen en laten. Door de cliënten kijk ik inmiddels anders naar mezelf. Ik ben vooral een stuk geduldiger geworden. Dat helpt me ook in de rest van mijn leven.’ Zo ervaart Rosalie elke dag opnieuw: in de gehandicaptenzorg krijg je een spiegel voorgehouden.  En ze weet nu: dat stopt nooit.

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: na veertien jaar in de intensieve zorg kan Bobby zich nog steeds verbazen

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Bobby (33). Als je in Sliedrecht woont, kijk je niet op van mensen met een beperking. Je komt de cliënten van bijvoorbeeld zorgorganisatie ASVZ overal tegen. Op straat, in de supermarkt, bij de voetbalvereniging. Ze worden […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Bobby (33).

Bobby de Bruin, zorgprofessional bij Zeno

Als je in Sliedrecht woont, kijk je niet op van mensen met een beperking. Je komt de cliënten van bijvoorbeeld zorgorganisatie ASVZ overal tegen. Op straat, in de supermarkt, bij de voetbalvereniging. Ze worden niet weggestopt, maar maken deel uit van de samenleving. De manier waarop je daarmee omgaat, is voor iedereen anders. Bobby de Bruin vond het nooit gek. Hij ontliep ze niet, zoals sommige dorpsgenoten. Sterker, hij zocht actief contact. In de kantine van vv Sliedrecht schoof hij wel eens aan bij het G-elftal. Hoe zij een simpel voetbalwedstrijdje op zaterdagochtend benaderden, vond Bobby geweldig. ‘Voor hen was elke wedstrijd een Champions League-finale. Ze namen het ontzettend serieus. Dat ik een praatje kwam maken, vonden ze leuk. Zelf kreeg ik er ook een goed gevoel van.’

Bord naar je hoofd
Het was dan niet zo gek dat Bobby enthousiast reageerde toen hij in de voetbalkantine werd benaderd voor een bijbaantje bij ASVZ. Hij kende de verhalen over de intensieve begeleiding. En ja, ook hij kreeg tijdens zijn eerste dienst een bord naar zijn hoofd. En ja, ook zijn shirt werd kapot gerukt. ‘Maar uiteindelijk kreeg ik die jongen toch ontspannen op bed. Dat gaf me toen zo’n goed en voldaan gevoel, dat ik dacht: ja, dit is iets voor mij.’

Douchetrauma
Na veertien jaar in de intensieve begeleiding – waarvan drie jaar in dienst bij Zeno en inmiddels ruim een jaar als zzp’er – is de rustige Bobby een vat vol verhalen. Van alles maakte hij mee. Zoals de situatie met een man die zijn bed niet uitkwam, zijn kamer onder de ontlasting smeerde en het personeel aanviel als hij moest douchen. Hij had in een psychiatrische kliniek een trauma opgelopen bij het douchen. Niet gek dus dat hij spanning had als hij moest gaan douchen. Soms viel hij ons aan, maar we bleven gewoon staan. We zetten hem terug op zijn douchestoel en hielden dat wekenlang vol. We praatten op hem in: we zijn hier niet om jou pijn te doen, maar alleen om jou te douchen. Inmiddels gaat het supergoed, is hij onderdeel van de groep en gaat hij mee boodschappen doen.’

Keuzestress bij de loempiakraam
Of neem die jongere cliënt, die zijn bed niet uitkwam en nooit in het dorpscentrum kwam. Dankzij de begeleiding vanuit Zeno ging hij stap voor stap vooruit. Inmiddels gaat hij mee naar het dorp, al gebeurt er wel eens wat. Zoals die keer dat de cliënt geen keuze kon maken bij de loempiakraam en Bobby de knoop voor hem doorhakte. Een pasteitje zou het worden. Het schouderklopje van de cliënt was wel erg stevig; daarna viel hij Bobby aan. Achter de loempiakraam moest hij hem fixeren, met hulp van zijn collega die toesnelde vanaf de viskraam. ‘Maar waar anderen direct terug zouden gaan naar de zorgorganisatie, hebben wij even later alsnog met z’n drieën geluncht op het terras. Zo behaalden we tóch een succes.’ Bobby en zijn Zeno collega’s gaan door, ook wanneer dat minder vanzelfsprekend is.

Geen worstelwedstrijd
Bobby zag regelmatig hoe het niet moet. Zoals bij die instelling waar vier begeleiders zich zichtbaar voorbereidden op een escalatie, wanneer een cliënt spanning opbouwde. ‘Ik wist echt niet wat ik zag,’ zegt Bobby. ‘Door zich zo nadrukkelijk voor te bereiden, vergrootten ze de spanning bij die cliënt alleen maar. En waarom moet je er met vier man opduiken? Dan gaat de cliënt ook voor vier man vechten. Mijn overtuiging is: hoe rustiger je blijft, hoe sneller je de cliënt rustig krijgt. Het is geen worstelwedstrijd waar een winnaar uit moet komen.’

Toekomstplannen
In de toekomst zou Bobby best zorgorganisaties en begeleiders willen adviseren over de aanpak die volgens hem het best werkt. Ook filosofeert hij wel eens over een eigen dagbestedingslocatie. ‘Dit werk is geweldig, maar ik kan me voorstellen dat er een moment komt dat het fysiek te zwaar wordt. Dan wil ik graag op een andere manier bij deze doelgroep betrokken blijven. Weet je wat het is? Deze mensen hebben er niet zelf voor gekozen om zo te zijn. Daarom verdienen ze de beste zorg. En vaak kunnen ze meer dan je denkt. Dat verbaast me elke keer weer. Ja, ook na veertien jaar. Als ik maar een kleine glimlach zie als we samen gras maaien of boodschappen doen, terwijl die cliënt een paar maanden daarvoor nog niet zijn bed uitkwam, dát is waarvoor ik het doe.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Guus heeft de hele dag zijn voelsprieten uitstaan

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal is het de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Guus (32). Van de Machu Picchu tot de Galapagoseilanden en de Amazone. Guus reisde onlangs acht maanden met zijn vriendin door Zuid-Amerika. Hij genoot met volle teugen, maar de reis had voor hem […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal is het de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Guus (32).

Guus van Wingerden, zorgprofessional bij Zeno

Van de Machu Picchu tot de Galapagoseilanden en de Amazone. Guus reisde onlangs acht maanden met zijn vriendin door Zuid-Amerika. Hij genoot met volle teugen, maar de reis had voor hem ook een diepere betekenis. Guus wilde afstand nemen van de zorg, waarin hij al werkt vanaf zijn vijftiende. Hij was zijn passie voor het vak een beetje kwijt. ‘Ik moest even uitzoomen,’ zegt hij. ‘Nadenken: wie ben ik? Wat wil ik betekenen voor deze wereld? Als je afstand neemt, krijg je andere inzichten. Door die reis besefte ik: de zorg zit in mijn hart. Dit wil ik blijven doen.’

Backpack vol ideeën

Met een backpack vol nieuwe energie en frisse ideeën keerde Guus terug in Nederland. Ergens tussen de Zuid-Amerikaanse bergtoppen en regenwouden besloot hij een eigen dagbestedingsplek te gaan beginnen. En hij nam eens een andersoortige opdracht aan; als coördinator bij een asielzoekerscentrum waar Oekraïners met een beperking verblijven. ‘Deze mensen hebben ook zorg nodig,’ is de nuchtere redenatie van Guus, die zich makkelijk in anderen verplaatst. ‘Ik denk dan: hoe zou ik me voelen als ik ineens word weggedreven uit mijn eigen leefomgeving en in een vreemd land in een portakabin word gezet? Dan zou ik het wel fijn vinden als mensen me zouden helpen.’

Raakvlakken zoeken

Ja, zegt Guus, soms is dat zijn probleem; dat hij zich dingen te veel aantrekt. Dat hij werk gerelateerde zaken te persoonlijk maakt. Ook daarover dacht hij na tijdens zijn wereldreis. Nu kan hij dingen meer loslaten. Al blijven zijn voelsprieten de hele dag uitstaan. Het is kenmerkend voor zijn stijl van begeleiden. ‘Ik kan het goed kan vinden met alle lagen van de bevolking en zoek altijd naar raakvlakken met cliënten. Zie ik bij iemand een voetbalshirt of een poster van een muziekgroep op zijn kamer hangen, dan begin ik daar over. Ook al hou ik zelf niet van voetbal of van die muziekstijl. Als je oprechte interesse toont, stap je in op het niveau van de cliënt. Je komt in zijn belevingswereld. Van daaruit kun je de volgende stap zetten. Dat is voor mij de essentie van ons vak.’

In het diepe in de gymzaal

Voor Guus begon zijn leven als begeleider in de gehandicaptenzorg in een gymzaal van een zorginstelling. Zijn broer werkte daar, Guus moest oefenen voor een toelatingstest voor sportopleiding CIOS. ‘Mijn broer had een cliënt meegenomen,’ vertelt Guus. ‘Ik kende de verhalen over zijn werk en de cliënten, wist dat er wel eens iets gebeurde. Maar dat die cliënt me ineens zou aanvliegen, zag ik totaal niet aankomen. Ik moest me zien los te worstelen en samen met mijn broer die cliënt rustig zien te krijgen. Ik werd als het ware in het diepe gegooid, zonder dat ik wilde zwemmen. Maar toen ik eenmaal weer op de kant was, dacht ik: dit is best wel interessant. En: dit werk zou ik best kunnen doen. Toen ben ik bij die zorginstelling begonnen met een bijbaan.’

Werken in de zorg is betekenisvoller

Guus maakte het CIOS af, maar ging daarna vast aan het werk bij die zorginstelling. ‘De zorg heeft voor mij een veel diepere betekenis dan gymles geven aan een groep pubers of in de sportschool iemand uitleggen hoe een bepaald apparaat werkt. Als je een cliënt vooruit helpt in zijn dagelijkse leven en merkt dat hij oprecht blij wordt van jouw aanwezigheid… Dat is waarvoor ik het doe. De doelgroep maakt daarbij echt niet uit. Ik heb alle doelgroepen begeleid en voel me nergens te groot voor. Iedereen verdient de beste zorg. Ik ben er om die te geven. Wat er ook nodig is.’

Sensitiviteit

Inmiddels is Guus zeer ervaren in werken in de intensieve begeleiding, onder meer doordat hij jarenlang op VIC workhomes werkte. Hij maakte van alles mee, maar hoefde steeds minder fixaties toe te passen. ‘Op een gegeven moment zie je aan de ogen van een cliënt dat er iets aan zit te komen. Dan stap je alvast in vóórdat het fout gaat.’ Over voelsprieten gesproken. ‘Die sensitiviteit moet je hebben,’ vindt Guus. ‘En dat heeft vrijwel iedere begeleider bij Zeno. Daar worden we op geselecteerd. Niet voor niets is sensitiviteit een van de kernwaarden van Zeno. Dat voel ik ook als ik met andere Zeno-professionals werk. Dan is er meer rust op de groep, een gevoel van kameraadschap. We weten dat we op elkaar kunnen bouwen.’

Géén kantoorpikkie

Die voelsprieten komen ook van pas in de functies als teamcoach of teamleider, die Guus steeds vaker bekleedt. Of wanneer hij straks zijn eigen dagbestedingsorganisatie heeft opgezet. Toch zal hij het begeleiden van cliënten nooit helemaal loslaten. ‘Als ik merk dat ik dat begin te missen, neem ik weer een begeleidingsopdracht aan. Je moet toch die connectie blijven houden.’ Guus grijnst. ‘Anders word ik straks nog zo’n kantoorpikkie. Dat moeten we niet hebben.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Abdelfattah staat in dienst van een ander (maar liever in de zorg dan in de hotellerie)

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie komt zelfstandig zorgprofessional Abdelfattah (46) aan het woord. Van receptie tot housekeeping. En van nachtportier tot financiële administratie. Jarenlang werkte Abdelfattah in verschillende functies in de hotelwereld. In dienst staan van een ander, daar draait het leven voor […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie komt zelfstandig zorgprofessional Abdelfattah (46) aan het woord.

Foto van Abdelfattah Boutahiri

Van receptie tot housekeeping. En van nachtportier tot financiële administratie. Jarenlang werkte Abdelfattah in verschillende functies in de hotelwereld. In dienst staan van een ander, daar draait het leven voor hem om. Hij vond het leuk, hoor, daar niet van. Maar het was wel zo dat je meer klachten kreeg dan bedankjes, zegt hij met een knipoog. ‘Mensen komen voor luxe, dus willen dan ook luxe.’

Het kan zinvoller

Dat het ook anders kan – leuker, zinvoller vooral – daarachter kwam Abdelfattah toen zijn broertje, al jarenlang actief in de zorg, hem vroeg om te helpen bij het opzetten van een stichting voor jongeren die tussen wal en schip vallen. Abdelfattah schreef eerst beleidsplannen en kwaliteitsstukken, maar kwam gaandeweg steeds meer in direct contact met cliënten. Dat begon met het invullen van aanvraagformulieren voor huur- of zorgtoeslag. Gaandeweg kreeg hij steeds meer aandacht voor de achterliggende oorzaak van hun problemen. Het pakte hem. Hij ging goed met de cliënten om. Hij voelde hun dankbaarheid en haalde er voldoening uit. En dus dacht hij: ‘Dít kan ik ook gaan doen. Dit geeft me meer voldoening dan de hotelwereld.’ Inmiddels werkt hij al zo’n tien jaar in de zorg.

Werken op gevoel

Abdelfattah haalde zijn zorgdiploma. Natuurlijk, dat was formeel nodig om zijn werk te mogen doen. Maar wat veel zwaarder telt, zegt hij, is mensenkennis. ‘Ik werk echt op gevoel, kijk naar de behoefte van een cliënt. Wat heeft hij nodig? Wat verwacht hij van mij? Hoe kunnen we samen iets bereiken? Ik ben continu situaties aan het analyseren en mensen aan het observeren. Ik vind het mooi om daar mee bezig te zijn.’

Rustgevend persoon

Abdelfattah zag in tien jaar al veel. Hij werkte met jongeren met hechtingsproblematiek, maar ook met cliënten met een ernstige meervoudige beperking, in jeugdgevangenissen en in open en gesloten ggz-instellingen. Van collega’s hoort hij dat hij een rustgevend persoon is. Dat hij rust brengt. Op een totale groep en bij individuele cliënten. Dat hij duidelijk is, consistent in zijn aanpak. En dat hij ongewenst gedrag kan begrenzen, niet bang is voor agressie en gewoon blijft staan. ‘Het klopt wat mijn collega’s zeggen,’ zegt de bescheiden Velserbroeker. ‘Dat zijn mijn kwaliteiten. Rust zit in mijn karakter. Andere dingen heb ik geleerd. Dat moet je ervaren in de praktijk. Ook duidelijkheid leer je door de jaren heen. Maar je moet daar wel voor openstaan. Ik wil elke dag iets nieuws leren.’

Persoonlijke benadering

Sinds driekwart jaar werkt Abdelfattah voor Zeno. Hij hoorde goede verhalen van een collega, bekeek de website en was na een gesprek om. ‘De zorgvisie, maar vooral ook de persoonlijke benadering van Zeno sprak me aan. Je bent hier geen nummer, de mensen van Zeno zijn echt geïnteresseerd in jou en bekijken welke opdracht bij je past. Daarnaast wordt er goed meegedacht. Zo was bij een van mijn opdrachten extra inzet vereist, maar zoveel uren extra kon ik niet werken. In nauw overleg met Zeno is besproken hoe we dit konden oplossen, waarbij we zowel de situatie van de cliënt als de opdrachtgever in ogenschouw namen. Die betrokkenheid is bij lang niet elk bemiddelingsbureau vanzelfsprekend. En ik kan dat zeggen, want ik heb voldoende vergelijkingsmateriaal.’

Niet snel terug naar het hotel

Of Abdelfattah zijn hart heeft verloren aan de zorg? Zeker, zegt hij zonder twijfel. ‘Wat ik al zei: ik sta graag in dienst van een ander. De combinatie tussen het coördineren van processen en de kwaliteit binnen teams én de directe zorg voor cliënten vind ik mooi.’ Of hij ooit weer de hotellerie in gaat? Zeg nooit nooit, zegt Abdelfattah. Zijn grijns verraadt dat hij de zorg niet snel vaarwel zal zeggen.

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Rowan pleit voor landelijk beleid rondom zzp’ers in de zorg

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: Rowan (40). Hij is zelf een zelfstandig zorgprofessional, maar heeft ook in zijn rol als zorgmanager met zzp’ers te maken. Rowan vond het spannend. Natúúrlijk vond hij het spannend. Al jaren zag hij om zich heen begeleiders en […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: Rowan (40). Hij is zelf een zelfstandig zorgprofessional, maar heeft ook in zijn rol als zorgmanager met zzp’ers te maken.

Rowan vond het spannend. Natúúrlijk vond hij het spannend. Al jaren zag hij om zich heen begeleiders en verpleegkundigen als zelfstandige verder gaan. Maar zorgmanagers die de uitdaging als zzp’er aangingen, daarvan kende hij er niet veel. Hij wist dat hij een goede manager was; hij had drie jaar een leidinggevende functie bij een ggz-instelling. En hij was ervaren; als beroepsmilitair bij de Koninklijke Landmacht en als penitentiair inrichtingswerker had hij genoeg gezien. Al was zijn tijd als medewerker in de verslavingspsychiatrie misschien nog wel heftiger. Maar zaten zorgorganisaties wel op hem te wachten? Wat als het niet lukte? Hij had kinderen. En een koophuis.

Exclusiviteitsclausules

Toch waagde Rowan in september 2021 de stap. De drang om in verschillende keukens te kijken, meer regie te hebben over zijn eigen werkzaamheden, won het van de twijfel. En wat denk je? Ging zijn eerste opdracht plotseling niet door. In ‘lichte paniek’ – zijn eigen woorden – meldde hij zich aan bij misschien wel zeven verschillende bemiddelingsbureaus. Want hoe kom je anders aan opdrachten? Nou, dat was niet per se een feest. Het ene bureau was totaal niet transparant. Uiteraard snapte Rowan dat het bureau aan hem ging verdienen. Hoeveel precies, wilde hij weten. Dat werd niet prijsgegeven. Een ander bureau werkte met exclusiviteitsclausules. Geen match met zijn idee van ondernemerschap.

Gedreven door de kwaliteit van zorg

Waar ben ik in beland, dacht Rowan. Maar gelukkig waren er ook andere bureaus. Serieuze partijen. Je moet Zeno eens bellen, had een vriend gezegd. Dat zijn leuke gasten. Dus dat deed Rowan. Hij had meteen een klik met directeur en zorgconsulent Lucas van Wingerden. Al snel bleek dat ze beiden gedreven worden door hetzelfde: kwaliteit van zorg leveren. Zeno wil passie, persoonlijke aandacht en deskundigheid vanzelfsprekend maken in de zorg. Dat wil Rowan ook. Het gesprek binnen zorgorganisaties gaat te vaak over geld en te weinig over de kwaliteit van zorg, vindt hij.

Vechten tegen stigma’s

En dus ging Rowan aan de slag. ‘Oh,’ zeiden de begeleiders bij een van zijn eerste opdrachten, ‘dus jij bent zzp’er. Aha.’ Dat was lekker beginnen, met een 2-0 achterstand. Natuurlijk kende Rowan de stigma’s. En, het is jammer dat hij het moet zeggen, maar ze zijn in sommige gevallen ook waar. Ook als zorgmanager ziet hij veel zzp’ers die niet vanwege hun zorghart dit werk doen, maar omdat het financieel aantrekkelijk is. En hij heeft er mee te dealen, want de gaten in het rooster moeten worden opgevuld.

Tijd voor landelijk beleid

Bij een opdrachtgever werd wel eens gezegd: we zien precies waar de zzp’ers werken. Let maar op de auto’s. Het zijn de auto’s van de zzp’ers die 60, 70 uur per week maken, dubbele diensten op een dag draaien. Vaak zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) of pensioenopbouw, soms zelfs zonder diploma. Er is veel te weinig controle op, vindt Rowan. Hij pleit voor landelijk beleid. Voor een verplichte AOV en een verplicht pensioen. En zonder diploma moet je dit werk al helemaal niet kunnen doen. Het gaat ten koste van de kwaliteit van zorg. Ten koste van de cliënten. En ten koste van de goede zzp’ers. Zij lijden onder de kwaden.

De meerwaarde van zzp’ers

Maar laten we vooral niet vergeten, zegt Rowan, dat er ook heel veel goede zzp’ers zijn in de zorg. Echte professionals, met een specifieke expertise, die weten hoe je intensieve zorg levert. Ze zijn zelfs in de meerderheid. Als zorgmanager schakelt hij ze maar al te graag in. Hij ziet de meerwaarde. Je kunt tijdelijk de kennis en expertise in huis halen die je op dat moment zelf niet voorhanden hebt. Dat kan voor kwaliteitsverbetering zorgen op een woonlocatie of bij een zorgvraagstuk. Zie het als investering, zegt hij. Als je ervaren zzp’ers van hetzelfde zorgbureau inhuurt met een specifieke opdracht, dan kunnen de vaste begeleiders daar van leren en nieuwe medewerkers komen in een gezond werkklimaat terecht. Dat is effectiever dan een cursus of opleiding, waarvoor medewerkers vrije dagen moeten nemen. Gewoon lekker learning on the job, zegt Rowan. Langzaam bouw je de inzet van zzp’ers af, tot je vaste team op het gewenste niveau is. Dit is exact hoe Zeno graag samenwerkt met haar opdrachtgevers en dit werkt uiteindelijk veel efficiënter.

Zorghart maakt een sprongetje

En Rowan zelf? Zichzelf verdedigen voor het zelfstandig ondernemerschap doet hij niet meer. Hij laat met woorden, en vooral met daden, zien dat hij er niet is om snel geld te verdienen, maar om te ondersteunen waar dat nodig is. Door persoonlijke aandacht te hebben voor medewerkers, de menselijke maat terug te brengen. Een half uurtje eerder weg, omdat je boodschappen moet halen voor je zieke moeder? Tuurlijk, ga! En ja, natuurlijk geniet hij ervan als het verzuim naar beneden gaat, als de bedrijfsvoering op orde is en als de kwaliteit van zorg omhoog gaat. Maar weet je wat Rowan stiekem het allermooist vindt? Als hij alle randvoorwaarden zó goed voor elkaar heeft, dat medewerkers kunnen genieten van het contact met cliënten. Dát is waar Rowan het voor doet. Als hij dat ziet, maakt zijn zorghart een sprongetje. Het is een gevoel dat hij elke zzp’er in de zorg gunt.

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: De zorg haalde Regilio uit het zwarte gat na zijn profvoetbalcarrière

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: zelfstandig zorgprofessional Regilio (35). Noem het egoïstisch, noem het gefocust. Of beide. Hoe dan ook; Regilio was lange tijd alleen maar bezig om het maximale te halen uit zijn carrière als profvoetballer. Vanaf zijn achtste speelde hij in de jeugdopleiding […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: zelfstandig zorgprofessional Regilio (35).

zinmaker-regilio

Noem het egoïstisch, noem het gefocust. Of beide. Hoe dan ook; Regilio was lange tijd alleen maar bezig om het maximale te halen uit zijn carrière als profvoetballer. Vanaf zijn achtste speelde hij in de jeugdopleiding van TOP OSS, dat uitkomt in de Eerste Divisie. De verdediger haalde het eerste en kwam in vier seizoenen tot 86 wedstrijden. Maar toen raakte hij geblesseerd. En werd zijn contract niet verlengd. Weg was zijn droom als profvoetballer. Hij viel in een zwart gat. Werkte twee jaar in een magazijn. Maar ja, dat was hét natuurlijk niet.

Voetballen met gehandicapten

En toen kwam die vraag van zijn schoonmoeder, die in de gehandicaptenzorg werkte. ‘Is dat ook niet iets voor jou?’ De gedachten van Regilio gingen terug naar die keren dat ze bij TOP Oss gehandicapte voetballertjes verwelkomden op de training. En naar de landelijke G-voetbaldag in Barendrecht, waar hij als begeleider aanwezig was. Waar veel van zijn collega’s niet wisten hoe ze met de kinderen moesten omgaan, daar bloeide Regilio juist op. En dus dacht hij: ja, mijn schoonmoeder heeft gelijk. Ik ga gewoon de zorg in.

Uitweg uit het zwarte gat

Het bleek de uitweg uit het zwarte gat. Ondanks, of misschien juist dankzij, het feit dat Regilio niet de makkelijkste weg koos. Hij ging werken met jongeren met een licht verstandelijke beperking en hechtingsproblematiek. Straatjongetjes uit Breda, die zich graag wilden meten aan de dealertjes op de hoek van de straat. Het soort jongeren dat door vrijwel iedereen wordt afgestoten. Maar Regilio vond het interessant. ‘Ik wilde de uitdaging wel aangaan. Je moet cliënten minimaal een jaar geven, hoorde ik altijd. Maar binnen een half jaar zaten ze bij me op schoot.’

Blijven hangen

Nog steeds heeft hij contact met cliënten van elke woongroep waar hij werkte. ‘Ze sturen mij een appje als ze iets hebben bereikt,’ vertelt Regilio. ‘Een diploma, een baan. Pas geleden is er zelfs iemand vader geworden. Eens in de zoveel tijd ga ik bij die cliënten langs. Ik vind het mooi om die contacten te onderhouden. Die jongens zien honderden mensen voorbijkomen in hun leven. Daarvan blijven er maar weinig hangen. Als jij dan wel blijft hangen, heb je iets goed gedaan.’

Hele gesprekken in gebarentaal

Regilio is sinds drieënhalf jaar zelfstandig zorgprofessional, vrijwel uitsluitend voor Zeno. Dat hij van een uitdaging houdt, blijkt uit zijn huidige opdracht. Bij Kentalis werkt hij op een woongroep met dove cliënten, onder meer als persoonlijk begeleider van een jongen die als onhandelbaar werd bestempeld. ‘Wij hebben de bestaande, systematische werkwijze losgelaten en zijn meer gaan kijken wat híj nodig had. Alles met communicatie. Daarom heb ik speciaal voor die cliënt gebarentaal geleerd. We voeren hele gesprekken in gebarentaal. Dat had ik twee jaar geleden nooit gedacht.’

Gezonde geest in gezond lichaam

Regilio oogt scherp en klinkt fris. Vitaal. Energiek. Het heeft alles te maken met zijn levensstijl. Hij is veel bezig met voeding en fitness. ‘Dat helpt om me goed in mijn vel te laten zitten,’ zegt hij. ‘In mijn werk heb ik niet de makkelijkste cliënten. Daarvoor moet je fysiek in goede conditie zijn, maar ook mentaal. Door te sporten en met voeding bezig te zijn, kan ik meer verdragen en heb ik meer geduld. Daardoor kan ik beter mijn werk doen.’

Backstage met de dj’s

Tot twee jaar geleden runde Regilio ook nog een evenementenbureau. Hij organiseerde onder meer verschillende dancefestivals. ‘Eigenlijk heb ik twee kanten zegt hij: het feestbeest Regilio en de zorgzame Regilio.’ Soms waren dat gescheiden werelden, maar soms smolten die twee werelden prachtig samen. ‘Samen met mijn compagnon, die teamleider was in de zorg, nam ik regelmatig cliënten mee naar dancefestivals. Ze hielpen met opbouwen en gingen backstage op de foto met de artiesten als DJ Biggy, Boef en Gio. Die cliënten hadden een werelddag, daar praten ze nog steeds over. Ik vind dat zij zoveel mogelijk moeten zien van de “echte” wereld. Niet denken: dan raken ze overprikkeld. Nee, kijk juist naar de kansen die de connectie met de maatschappij kan bieden!’

Zeno-mensen pik je er zo uit

Kansen ziet Regilio overal. Ondernemend als hij is, heeft hij al weer nieuwe plannen. ‘Ik wil graag een eigen woongroep opzetten. Kleinschalig, volgens mijn eigen visie. Misschien wel met andere zzp’ers of in samenwerking met Zeno. Tijdens opdrachten haal ik de mensen van Zeno er zo uit. Ze doen, praten en denken precies hetzelfde als ik. Met díe mensen wil ik samenwerken.’

werken bij zeno
lees verder