Nieuws en kennis

nieuwsberichten en informatievoorziening van Zeno

Direct hulp nodig? Bel: +31 184 63 67 12

Zinmakers: voormalig badmeester Jorn ging tóch zijn ouders achterna

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: Jorn (32), in dienst bij Zeno als teammanager/-coach. ‘Ze hebben niks. Het zijn juist heel leuke mensen.’ Dat kunnen jullie wel zeggen, dacht Jorn als zijn ouders dat tegen hem zeiden, maar ik vind die gehandicapte mensen vreemd. Ze lopen […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: Jorn (32), in dienst bij Zeno als teammanager/-coach.

‘Ze hebben niks. Het zijn juist heel leuke mensen.’ Dat kunnen jullie wel zeggen, dacht Jorn als zijn ouders dat tegen hem zeiden, maar ik vind die gehandicapte mensen vreemd. Ze lopen raar, doen raar en zijn onvoorspelbaar. Nee, Jorn vond het maar niks als zijn ouders hem meenamen naar de woongroep waarop ze werkten. Spannend, dát was het. Werken in de gehandicaptenzorg, dat ging Jorn dus mooi niet doen. Gymleraar wilde hij worden. Maar de sportopleiding was niet helemaal zijn ding. Net als zijn latere werk als badmeester in het zwembad.

Klik ondanks hechtingsstoornis

Jorns toenmalige vriendin werkte in de zorg. Soms ging ze met een jongen en een meisje op stap. Af en toe ging Jorn mee, naar de kinderboerderij bijvoorbeeld. En verrek, met die jongen kreeg hij een klik. En dat terwijl die jongen een hechtingsstoornis had. Zijn vriendin zei: dit ligt jou. ‘Toen dacht ik: dit werk zou het wel eens kunnen zijn voor mij. Tóch wel,’ zegt Jorn. Hoewel… Na zijn eerste week als vakantiekracht op een dagbestedingsgroep twijfelde hij. Kokhalzend stond hij cliënten te verschonen. ‘Maar ik kreeg snel een goede band met die mensen. Daarom zette ik door.’

Intensieve ondersteuning

Jorn kwam op een woongroep te werken met cliënten met autisme en hechtingsstoornis. Daarna werkte hij onder meer als persoonlijk begeleider met gehandicapten. Bij Zeno doet hij opdrachten als (meewerkend) teammanager/-coach. Dat is niet niks. Vastgelopen teams ondersteunt hij intensief. Bijvoorbeeld op het gebied van onderlinge samenwerking of ingewikkelde casuïstiek binnen de cliëntengroep. In drie, zes of soms zelfs twaalf maanden zorgt hij er samen met de betreffende zorgorganisatie voor dat het vastgelopen team weer op eigen kracht verder kan. Met zijn externe expertise zorgt hij voor de frisse wind. Zo maakte Jorn al van vele supportopdrachten een succes.

Dagstructuur herstellen

Jorns specialiteit? Het herstellen van een zinvolle dagstructuur voor cliënten. Daarmee herstelt in de rol van aanvoerder tegelijkertijd de coachingstructuur voor de begeleiders. ‘Aansturen van begeleiders is leuk. Maar ik vind het vooral interessant om samen te bekijken waar de échte behoefte van een cliënt zit. Niet: wat doet een cliënt, maar waarom doet hij dit? Met elkaar discussiëren over hoe we iemand zich veilig kunnen laten voelen, dát vind ik mooi. Ook omdat ik daarmee zelf nieuwe inzichten opdoe en ervan leer. En het mooiste is als je de zorg weer kunt overdragen naar de organisatie. Dat is namelijk waarom ik word ingehuurd.’

Gooien met ontlasting

Een van zijn mooiste successen? Jorn noemt een cliënt die regelmatig met zijn ontlasting gooide en smeerde. ‘Hij droeg  een speciaal pakje, zodat hij dat niet kon doen. Bij het douchen en aankleden moest dat pak uit en ging hij los. Begeleiders gingen soms met veiligheidsbrillen en zelfs een helm op naar binnen. Die situatie hebben we omgedraaid. Door praktische dingen te veranderen en videobeelden van hem te analyseren. Maar vooral door goed te kijken waar zijn behoefte lag. Hij vertoonde dat gedrag, omdat hij angst of stress had. En wat deden wij? Wij gingen snel weg als hij ging douchen. Terwijl hij eigenlijk om hulp vroeg. Stap voor stap hebben we hem laten ervaren dat het oké is om gespannen te zijn. En dat het niet nodig is om dat zo te uiten. Nu gooit hij bijna nooit meer. De begeleiders voelen zich een stuk veiliger. Daardoor ontstaat sneller een vertrouwensband. Je moet geduld hebben in dit vak. Maar die ene succeservaring, daarvoor doe je het. Dat is goud.’

Het hele gezin in de zorg

Soms komt Jorn met een schram of een blauwe plek bij zijn voetbalclub VV Drechtstreek. Hoe kun je dit werk doen, vragen zijn teamgenoten. Wat Jorn dan altijd zegt: ‘Het zijn mensen, net als jij en ik. Heel leuke mensen zelfs. Ze hebben alleen een beetje hulp nodig.’ Jorn glimlacht. ‘Ja, ik zeg precies hetzelfde als mijn ouders destijds tegen mij. Ze hebben me nooit gepusht, maar vinden het leuk dat ik dit werk doe. Mijn tweelingzus werkt ook in de gehandicaptenzorg en mijn oudste zus heeft lang gezorgd voor iemand met het syndroom van Down. We hebben interessante, zorginhoudelijke gesprekken. Dat had ik vroeger echt nooit gedacht.’ Of hij dit werk voor altijd blijft doen? Jorn hoeft nog geen milliseconde na te denken. ‘Ja,’ zegt hij volmondig. ‘Werken in de zorg is echt mijn roeping gebleken.’ Daar moest hij alleen eerst even achter komen.

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Petra zal nooit stoppen met zorgen voor anderen

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Petra. Prinses? Kapster? Topsportster? Nee hoor. De 5-jarige Petra (nu 55 jaar) riep: ‘Als ik later groot ben, dan wil ik werken met mensen met een handicap!’ Dat had alles te maken met haar meervoudig lichamelijk […]

zinmakers-petra

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Petra.

Prinses? Kapster? Topsportster? Nee hoor. De 5-jarige Petra (nu 55 jaar) riep: ‘Als ik later groot ben, dan wil ik werken met mensen met een handicap!’ Dat had alles te maken met haar meervoudig lichamelijk en verstandelijk gehandicapte neefje. ‘Hij zat in een instelling in Nijmegen, waar we regelmatig op zondag op bezoek gingen,’ vertelt Petra. ‘Het is vijftig jaar geleden, maar ik kan het me goed herinneren. Hij lag op een grote zaal met andere gehandicapte jongens en meisjes. De hele dag lagen ze in bed. Als wij kwamen, werd hij in een rolstoel gezet. Mochten we een stukje gaan wandelen. Verder werd er bijna niks met hen gedaan.’

Gave

Nooit vond Petra het eng of raar. Waar vriendinnetjes later wel eens stonden te staren als ze iemand met een beperking zagen op straat, daar voelde zij altijd een soort aantrekkingskracht. Waar ‘m dat in zit? Petra heeft geen idee. Het is een gevoel. ‘Mijn huidige man zegt altijd: je moet hiervoor geboren zijn. Het is een soort gave. Niet iedereen kan dit werk doen. Ik zorg graag voor anderen. Daarom zal ik dit werk ook altijd blijven doen. Ook na mijn pensioen. Als vrijwilliger bijvoorbeeld. Ik zal nooit stoppen met zorgen.’

Huiselijke sfeer creëren

Toch duurde het even voordat Petra de zorg in ging. Ze ontmoette haar vorige man op jonge leeftijd, en kreeg snel kinderen. Toen die ouder werden, kwam de drang om in de zorg te werken weer opzetten. Heel even probeerde ze de kinderopvang. Niks voor haar. Zorg voor mensen met een beperking, dát moest het worden. ‘Ik kwam te werken op een groep met jonge meiden met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblematiek. Dat beviel ontzettend goed. Werken op een groep en een huiselijke sfeer creëren voor de bewoners; dáár geniet ik van.’

Van commanderen naar meehelpen

Natuurlijk komt Petra lang niet overal in een gespreid bedje terecht. Zoals bij haar huidige opdracht, waar ze nu een jaar werkt. ‘Tijdens mijn eerste dienst zei een cliënt: “Ik wil graag sinas, pak jij dat even uit de koelkast.” Dat was typerend voor de sfeer op die groep. De cliënten deden vrij weinig. Dat hebben we snel rechtgezet. Nu helpen ze met stofzuigen en wordt gezamenlijk de vaatwasser ingeruimd. Ik ben zorgzaam hoor, zeker. Ik wil er echt voor de cliënt zijn. Maar ik help hen niet als ik zelf die sinas uit de koelkast pak. Ze hebben baat bij zelfstandigheid. En bij structuur. ’s Avonds douchen is bij mij ook echt ’s avonds douchen. Daar kunnen we lang over discussiëren, maar negen van de tien keer win ik die discussie. “Oké, zeikerd”, zegt de cliënt dan met een knipoog.’

Roeping

Er was een tijd dat Petra klaar was met de zorg. Ze stopte, ging een jaar werken in een kledingzaak. Tot een vrouw met een autistische dochter zei dat Petra zo fijn met haar dochter omging. ‘Ik dacht: ik moet terug. De zorg is gewoon mijn roeping.’ Dat is bijna drie jaar geleden. Sindsdien werkt Petra als zelfstandige voor Zeno. ‘We kijken allemaal naar wat wél kan. Daar hou ik van. Ik heb al op verschillende groepen gestaan. Van mondige cliënten die je uitschelden tot ernstige beperkte cliënten die je volledig moet verzorgen. De rode draad is hetzelfde: als iedereen ’s avonds vrolijk naar bed is gegaan en lekker slaapt, dan ga ook ík met een voldaan gevoel naar huis.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Buiten de lijntjes is Jacco op zijn best

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: zelfstandig zorgprofessional Jacco. Overleggen? Vergaderen? Liever niet. Jacco is meer van doen. Daarom verliet hij in 2000 de zorg. ‘Ik was het zat om te wachten tot een knoop doorgehakt was,’ vertelt hij. ‘Dat kwam de kwaliteit van de zorg […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: zelfstandig zorgprofessional Jacco.

zinmakers-jacco

Overleggen? Vergaderen? Liever niet. Jacco is meer van doen. Daarom verliet hij in 2000 de zorg. ‘Ik was het zat om te wachten tot een knoop doorgehakt was,’ vertelt hij. ‘Dat kwam de kwaliteit van de zorg niet altijd ten goede.’ Jacco maakte een verrassende carrièreswitch: hij werd politieagent. Nou, daar was van handelingsverlegenheid geen sprake, zegt hij met een knipoog. Dat had ook te maken met zijn werkgebied: Rotterdam-Centrum. ‘Daar gebeurde het. Hectiek, actie. Dat wilde ik meemaken.’

Verschil maken

Waarom dat zo is? Jacco wil dáár werken waar hij écht het verschil kan maken, zegt hij. Daarom belandde hij als verpleegkundige ook al snel in de intensieve zorg. ‘Daar zijn situaties vaak complexer dan in de reguliere zorg. Dingen gaan anders dan in het boekje staat. Dat zet je aan tot creativiteit, het dwingt je out of the box te denken. Daar hou ik van. Zodra iets anders loopt dan zoals in het boekje staat, ben ik mijn best. Dáár zit namelijk de ruimte voor verandering en verbetering.’

Niet bekeuren, maar helpen

Het boekje van de politie Rotterdam schreef voor om repressief op te treden tegen verslaafden en daklozen. Daar had Jacco moeite mee. ‘Wat schiet een verslaafde ermee op als ik hem bekeur?’ Daarom hielp Jacco in zijn vrije tijd steeds vaker de Rotterdamse verslaafden. Vanuit Perron 0 en de Pauluskerk bracht hij ze naar Stichting De Hoop en andere zorginstellingen. Daar bezocht hij hen ook regelmatig. Op een dag belde Stichting De Hoop. De mannenkliniek vroeg om strak leiderschap en structuur. De Hoop kon niemand vinden die dit kon of wilde. Jacco wilde wel. ‘Mijn zorgachtergrond en mijn werk als politieman matchten perfect met wat er moest gebeuren.’

Bewust bedonderd

Met zijn visie hielp Jacco verslaafden de goede kant op. Het geheim? ‘Ik heb er geen probleem mee dat ze me bedonderen. En bedonderd word je soms. Veel verslaafden hebben schaamte, stellen zich niet zomaar open. Ze liegen, draaien om dingen heen en ritselen dingen achter je rug om. Eerst was ik nog de politieagent. “Jij spreekt niet de waarheid!” Gaandeweg besefte ik: om tot de waarheid te komen, heb je een route nodig. Stapje voor stapje kun je mensen tot het inzicht laten komen dat ze vooral tegen zichzelf liegen. Als ze inzien dat ze met openheid vooruit komen, krijgen ze de intrinsieke motivatie om te veranderen.’

Kwetsbaarheid tonen

Volgens het zorgboekje is een professionele afstand tot cliënten noodzakelijk. Grijs gebied, vindt Jacco. ‘Ik vind dat je je persoonlijke kwetsbaarheid juist moet gebruiken. Ik stel mijn eigen aanpak regelmatig ter discussie, geef anderen ruimte voor feedback. Ik spreek ook uit dat ik de cliënt nodig heb om tot een honderd procent resultaat te komen. Door dat uit te spreken, verstevig je de relatie en bereik je betere resultaten.’

Onbeperkt binnen de perken

Die visie gebruikt Jacco in zijn coachingspraktijk die hij sinds 2014 heeft. Maar ook in de opdrachten voor Zeno. ‘Ik begeleid vaak teams waarin het niet lekker loopt. Vertrouwen herstellen, het opnieuw opbouwen van relaties, is wat ik doe. Daarvoor moet je bestaande patronen doorbreken en samen tot nieuwe patronen komen. Veel cliënten, maar ook begeleiders hebben daarbij behoefte aan kaders. Hoewel ik graag out of the box denk, vind ik kaders niet slecht. Het is zoals Jules Deelder ooit treffend schreef: binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Jelena heeft een magneet voor mensen met een beperking

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal is het aan de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Jelena. Als er een magneet bestaat voor het aantrekken van mensen met een beperking, dan heeft Jelena de meest sterke variant. Stapt er iemand met een beperking in een verder vrijwel lege […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal is het aan de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Jelena.

Jelena

Als er een magneet bestaat voor het aantrekken van mensen met een beperking, dan heeft Jelena de meest sterke variant. Stapt er iemand met een beperking in een verder vrijwel lege bus, ja hoor, dan nóg komt diegene naast Jelena zitten. Ze lacht. ‘Mijn man maakt er regelmatig grappen over. “Kijk maar even de andere kant op, we zijn nu echt even samen op stap”. Ik weet niet wat het is. Ik trek die mensen gewoon aan. Maar zij trekken mij ook aan. Ze zijn net als wij, alleen hebben ze wat meer moeite om mee te komen in de maatschappij. Zo kijk ik naar hen. Deed iedereen dat maar.’

Van bijbaan naar baan

De zorg was niet de eerste sector waarin Jelena dacht te gaan werken. Maar ja, als 17-jarige scholier had ze geld nodig. Ze vond een bijbaantje in een steunpunt in een wijk in Den Haag. Eten koken, mensen helpen met de post, schulden wegwerken. Voor anderen zorgen, dat beviel. Dus ging ze erin verder. Ze werkte in de psychiatrie, met mensen met niet-aangeboren hersenletsel, ouderen en andere doelgroepen. Extramuraal en intramuraal. Maar ja, die magneet hè. Die zet je niet zomaar uit.

Mishandeld op je werk

En dus specialiseerde Jelena – inmiddels woonachtig in het West-Brabantse Heerle – zich in de gehandicaptenzorg, in combinatie met gedragsproblematiek. Pittig? Zeker. ‘Maar het is ook een doelgroep waarmee je resultaat kunt halen. Vanuit de Triple C-methodiek kun je mensen echt op weg helpen.’ Je moet af en toe dealen met fysieke en verbale agressie, dat wel. ‘Bekijk je het heel zwart-wit, dan word ik soms mishandeld op mijn werk.’ Ze lacht erbij. ‘Inmiddels ben ik het gewend. Ik kijk er ook vooral vanuit professioneel oogpunt naar. Als je daarmee tot iets kunt komen, heeft die agressie een functie. Zo moet je het zien, anders hou je het niet vol. Je moet het ook niet persoonlijk maken, want dat is het niet. Een cliënt die slaat, begrijpt iets niet. Het is een manier om zich te uiten.’

Vechten of vluchten?

Hoe Jelena ermee omgaat? ‘Er zijn in grote lijnen drie manieren om te reageren: vluchten, bevriezen of vechten. Ik ben een vechter, ga er gewoon op af. De eerste keer niet hoor, toen wist ik niet wat ik meemaakte. Maar hoe vaker je het ervaart, hoe beter je gaat handelen.’ Thuis vertelt ze lang niet alles meer. ‘Niet iedereen uit mijn omgeving begrijpt dat ik dit werk doe. De verhalen die ik in het begin vertelde, leverden thuis wel eens verontruste reacties op. Het is lastig uit te leggen waarom ik dit werk leuk vind. Niet iedereen kan dit of vindt dit leuk. Maar mij pakt het gewoon.’

Tranen bij afscheid

Stilzitten, dat is niks voor Jelena. Het liefst gaat ze met een groep of team aan de slag. Structuur neerzetten. Een nieuwe aanpak introduceren. Duidelijkheid en veiligheid scheppen. Voor medewerkers én voor cliënten. Haar mooiste succes? ‘Op een woongroep in Rotterdam woonde een meneer van bijna zeventig. Hij paste niet meer in de groep en werd op zijn kamer gehouden, daarbij begeleid door mensen van een beveiligingsbedrijf. De opdracht: maak hem weer onderdeel van de groep. Het team geloofde er niet in, maar ik zei: we gaan het gewoon doen. Geen deuren op slot, geen camera’s op zijn kamer. Nee, gewoon structuur bieden en kijken wat die man nodig heeft. Uiteindelijk ging hij elke dag naar de dagbesteding, at hij drie keer per week mee op de groep en ging hij mee naar uitjes. Toen hij vanwege zijn leeftijd toch werd overgeplaatst, werd er letterlijk een traantje gelaten. Dát is wat intensief werken met gedragsproblematiek met je doet. Mooi toch?’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Voor teamspeler Youssef is werken in de zorg topsport

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Youssef. Soms moet je gewoon in het diepe springen. Zelfs als je geen zwemdiploma hebt. Youssef deed het in 2012. In de zeven jaar daarvoor werkte hij op administratieve afdelingen van een zorgverzekeraar en zorgkantoor. Hij […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Youssef.

zinmakers-youssef

Soms moet je gewoon in het diepe springen. Zelfs als je geen zwemdiploma hebt. Youssef deed het in 2012. In de zeven jaar daarvoor werkte hij op administratieve afdelingen van een zorgverzekeraar en zorgkantoor. Hij was er verantwoordelijk voor de financiële uitvoering van de AWBZ, de huidige WLZ-regeling. Leuk werk. Maar altijd brandde er een klein waakvlammetje in hem. Hij wilde iets met mensen doen. Met jongeren. Voor een klas staan, in de zorg werken.


Steekvlam

Dat waakvlammetje werd een steekvlam toen Youssef op het spoor kwam van een project voor vastgelopen forensische jongeren. Hij sprong, zonder diploma. En hij bleef drijven. Met dank aan zorggroep ’s Heeren Loo, die hem de kans gaf om zich te ontwikkelen. Je moet niet bang zijn om af en toe klappen te krijgen van cliënten, zeiden ze. Dat was Youssef niet. Je moet dit wel écht willen, zeiden ze. Dat wilde Youssef wel. Hij volgde een mbo-opleiding tot persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg en leerde werken met de Triple C-methodiek.

Tien kapotte ruiten

Ze hadden niet gelogen bij ’s Heeren Loo. Youssef kreeg regelmatig klappen. Hij bleef rustig, dacht aan wat hij had geleerd. ‘Als een cliënt een ruit stukgooit, wil hij daar iets mee zeggen. Iets dat hij niet onder woorden kan brengen,’ vertelt Youssef. ‘Vaak wordt zo iemand meteen weer opgesloten. Als je dat doet, houd je het gedrag in stand of maak je het erger. Ik wil achterhalen wat er écht aan de hand is. Soms moeten er eerst tien ruiten kapot, voordat je verder komt. Maar die kapotte ruiten zijn een middel om tot iets te komen. Hetzelfde geldt voor klappen krijgen, al klinkt dat gek. Niemand wil klappen krijgen. Maar vanuit die situatie kun je een stap de goede kant opzetten.’

Vertrouwen

Alles draait om vertrouwen, zegt Youssef. Cliënten hebben doorgaans weinig vertrouwen in medemensen of het systeem. Dat geldt al helemaal voor de forensische jongen met wie hij lang werkte. ‘De eerste reactie is vaak: Wie ben jij dan? Waarom zou jij mij wél kunnen helpen? De enige manier om vertrouwen te winnen, is iemand onvoorwaardelijk steunen. Goed luisteren en kijken, de echte hulpvraag achterhalen. Zeggen: ik blijf je helpen, ik blijf achter je staan. En structuur bieden. Niet afwijken van het dagprogramma. Dan ben je betrouwbaar voor een cliënt. Daar draait het om.’

Estafetteteam

Youssef vergelijkt het met topsport. ‘Je moet continu scherp zijn en kunt niet verslappen. In één onbewaakt moment kun je werk van maanden kapotmaken.’ Hij gooit er nog een metafoor in: ‘Begeleiders rondom een cliënt zijn een estafetteteam. Je geeft het stokje aan elkaar door, maar je moet wel goede afspraken maken. Anderen moeten langer rennen als jij een fout maakt. Alles moet kloppen. Dat vind ik mooi. ik ben een teamspeler.’

Stressbuffer

In zijn jaren als zelfstandig zorgprofessional zag Youssef veel leed. Mishandeling, seksueel misbruik, loverboyslachtoffers, hechtingsproblemen, zelfbeschadiging. De rode draad? ‘Mensen zitten niet lekker in hun vel. De boog staat te strak, ze hebben geen stressbuffer. Wíj zijn die buffer en zorgen er stap voor stap voor dat die boog minder gespannen wordt. Dat ze weer zichzelf kunnen zijn. Als je dat ziet gebeuren – dáár zit voor mij de zin van het zorgen.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Daniël, ruimdenkende ‘rare’ vogel

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Daniël. Geloven draken in God? Die vraag kreeg Daniël (37) onlangs van een cliënt. Dan kun je dus zeggen: weet ik veel. Of: nee joh, natuurlijk niet. Maar je kan ook zo doen als Daniël. Dan […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Daniël.

Geloven draken in God? Die vraag kreeg Daniël (37) onlangs van een cliënt. Dan kun je dus zeggen: weet ik veel. Of: nee joh, natuurlijk niet. Maar je kan ook zo doen als Daniël. Dan zeg je tegen die cliënt dat draken niet bestaan. Maar dat draken wel op dinosaurussen lijken. En dat vogels afstammen van dinosaurussen. En dan vraag je: wat denk jij, zouden vogels geloven in God? Ja, zegt die cliënt dan, ik denk wel dat vogels geloven in God. Nou, dan dinosaurussen ook. En als je dan toch denkt dat draken bestaan, vooruit, dan geloven die óók in God.

Rare vogel

Wat Daniël betreft krijgt hij elke dag zulke vragen. Waarom dat zo is? ‘Ja, ik weet niet man,’ zegt hij, ‘ik hou gewoon van gekkies, in de goede zin van het woord. Ik ben zelf ook een beetje een rare vogel. Het mag van mij best over het randje van de realiteit gaan. Mensen met psychiatrische problemen stoppen we tegenwoordig weg. Ik denk dat ze op een betere manier aan de maatschappij kunnen deelnemen. Vroeger waren dat soort mensen medicijnman of zo. Voor mij is iedereen gelijk. Ik ben zo min mogelijk veroordelend en zoveel mogelijk geïnteresseerd in iemand.’

Jeugdgevangenis

Misschien komt het omdat hij vroeger in Rotterdam zelf een boefje was, zegt Daniël. Naarmate hij volwassener werd, dacht hij: ik ga in de jeugdgevangenis werken. Kleine boze jongetjes helpen, zoals ik zelf ooit was. ‘Maar daar ervaarde ik dat je niet iemand kan helpen wanneer je tegelijkertijd ook degene bent die hem opsluit.’ Daniël kwam na een studie social work te werken in de jeugdhulpverlening. Tien jaar lang stond hij op leefgroepen met jongeren die uit huis waren geplaatst. Als zelfstandig zorgprofessional hielp hij de afgelopen tweeënhalf jaar ook cliënten met een licht verstandelijke of meervoudige beperking, psychiatrische cliënten en dak- en thuislozen. Maar jongeren gaan hem nog steeds aan het hart. Neem Bram, van wie hij al lang ambulant begeleider is. Hij levelt gewoon lekker met jongeren. Er is een connectie. Hij raakt ze en boekt resultaat.

Lachen met Leendert

Maar zijn meest bijzondere cliënt is toch wel Leendert, een wat oudere man. Daniël maakte een korte documentaire over hem, getiteld ‘De leeuw die graag Koos Alberts wilde worden’. Soms gingen ze zomaar op pad. Op de scooter naar Rotterdam. Lekker 0.0-biertjes drinken in een café. Of een schilderij maken en dat dan zomaar ergens aanbieden. ‘Je kan denken: gedoe, met een cliënt op de scooter naar Rotterdam. Maar je kan ook gewoon gáán. En dan zien hoe het gaat. Dat is wat we bij Zeno doen. Dat maakt ons anders dan andere zorgverleners. We zijn creatiever, ruimdenkender. En als ik Leendert dan zie genieten en we lachen samen ergens om… Meer heb ik niet nodig, man.’

Zorgen is fucking cool

Ruim denken, dat kun je aan Daniël wel overlaten. Niet voor niets deed hij de afgelopen jaren nog een studie filosofie aan de Erasmus Universiteit. De zin van het leven volgens hem? ‘De enige zin van het leven is zorgen. Of beter gezegd: lief zijn voor een ander. Dat is echt het enige dat zinnig is in dit leven. Als je daar ook nog geld voor krijgt, waarom zou je dan iets anders doen? Het is fucking cool als je voor iemand zorgt, je leven in dienst stelt van anderen. Ik zou echt nooit iets anders willen doen.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: kansloze gevallen bestaan niet voor Martijn

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: Martijn (26), zorgprofessional in dienst bij Zeno.   Wat andere mensen ergens van vinden? Dat maakt Martijn niks uit. Dus gaat hij vrolijk de straat op met de cliënt van wie hij persoonlijk begeleider is. Ook als die […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: Martijn (26), zorgprofessional in dienst bij Zeno.  

zinmakers-martijn

Wat andere mensen ergens van vinden? Dat maakt Martijn niks uit. Dus gaat hij vrolijk de straat op met de cliënt van wie hij persoonlijk begeleider is. Ook als die keihard zit te huilen in zijn rolstoel. Huilen zonder tranen, want die kan hij vanwege medicatie niet meer aanmaken. Natuurlijk kijken mensen dan wel eens raar op. Maar het gaat Martijn om die man. Die geniet van het dagelijkse uitstapje in de buitenlucht. Martijn is even stil nadat hij de anekdote heeft verteld. Dan zegt hij: ‘Weet je waar het allemaal om draait? Dat iemand zichzelf kan zijn. Dat wil toch iedereen? Cliënten zijn ook mensen. Ze hebben gevoel, al kunnen ze dat niet altijd uiten. Dat wordt wel eens vergeten.’

Verslaafd

Het gevoel mensen te willen helpen. Martijn heeft het altijd gehad. Eerst deed hij dat als personal trainer in een sportschool. Toen hij langs het tv-programma “Verslaafd!” zapte, wist hij wat hij écht wilde. ‘Ik zag een hulpverlener boksen met iemand met een verslaving,’ vertelt Martijn. ‘Dat vond ik zó gaaf om te zien. Zoiets wilde ik ook.’ Niet veel later begon de Tilburger aan een studie medewerker maatschappelijke zorg (MMZ).

Kansloos geval

Inmiddels is hij ruim tweeënhalf jaar in dienst bij Zeno. Meer dan de helft van die tijd is hij persoonlijk begeleider van de 63-jarige man zonder tranen. Kansloos geval, kreeg hij te horen. De man praatte niet, kwam zijn bed niet uit en werd omschreven als ‘psychotisch’. Een officieel ‘etiket’ had ie niet. ‘Die man was eigenlijk opgegeven. Hij was totaal niet zelfredzaam, sloeg af en toe. In de zorginstelling wisten ze niet wat ze met hem aan moesten.’

Onderdeel van de maatschappij

Dan moet je net bij Martijn zijn. Die neemt daar geen genoegen mee. Hij beet zich vast in de casus. Samen met andere collega’s kreeg hij de man uit bed. Nu loopt hij weer zelfstandig, communiceert redelijk en komt dagelijks buiten. Of zoals Martijn zegt: ‘Hij is weer onderdeel van de maatschappij.’ Hoe ze dat voor elkaar kregen? ‘Dat heeft te maken met de Zeno-methode, gebaseerd op Triple C. Daarbij nemen we niet het gedrag als uitgangspunt, maar de menselijke behoeften. Het draait om vertrouwen, ontwikkeling en zelfstandigheid. Maar het gaat ook om wat in je hart zit. In hoeverre je meegaat in iemands gedrag. En in hoeverre je genoegen neemt met een typering als “kansloos geval”. Bij Zeno doen we dat niet. Wij geloven dat we iedereen vooruit kunnen helpen.’

Verplaatsen in de ander

Nu is er zelfs een etiket voor de cliënt. Waardoor zijn medicatie beter aansluit bij zijn aandoening en verzorgenden beter weten hoe ze met hem moeten omgaan. ‘Het gaat ook om levellen, je verplaatsen in de cliënt,’ zegt Martijn. ‘Toevallig heb ik net als hij een ochtendhumeur. Als je om half acht ontbijt en iemand heeft moeite met opstaan, wek hem dan alvast om kwart over zeven en niet om vijf voor half acht. Dat soort kleine dingen, daar wordt – onbewust – niet altijd bij stilgestaan.’

Het alledaagse als hoogtepunt

Het zijn de kleine dingen die het doen, dus. Ook wat betreft geluksmomentjes. ‘Een lach. Maar ook even een broodje eten op de markt of naar een winkel. Voor ons alledaagse dingen, voor cliënten hoogtepunten van de week. Als je hem dan ziet stralen, dan besef ik: wat ik doe, heeft zin.’

lees verder

Zinmakers: Jimmy, reddende engel met een gouden tand

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. We trappen af met zelfstandig zorgprofessional Jimmy.   Als Jimmy (33) lacht, blinkt zijn gouden tand. Wie met hem praat, kan het best een zonnebril opzetten. Want Jimmy lacht veel. Zeker als het over zijn vak gaat. Het begeleiden van mensen met […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. We trappen af met zelfstandig zorgprofessional Jimmy.  

zinmakers-jimmy

Als Jimmy (33) lacht, blinkt zijn gouden tand. Wie met hem praat, kan het best een zonnebril opzetten. Want Jimmy lacht veel. Zeker als het over zijn vak gaat. Het begeleiden van mensen met een beperking, dát is waar hij van geniet. Jimmy werkte met ouderen en cliënten met een ernstig verstandelijke beperking. Maar het werken met cliënten met een licht verstandelijke beperking in combinatie met gedragsproblematiek, dáár haalt hij de meeste voldoening uit. Hoe dat komt? ‘Ik weet niet man, het is gewoon een gevoel,’ zegt hij. En dan, na even nadenken: ‘Misschien komt het doordat dit de eerste doelgroep was waarmee ik aanraking kwam tijdens mijn stage. Dat pakte me.’ 

Zorghart 

Zijn hart lag altijd al bij de zorg, vertelt Jimmy. Het was alleen even zoeken waar precies. De opleidingen sport en bewegen en verpleegkunde staakte hij vroegtijdig. ‘Ik vond dat helemaal niks,’ zegt hij met een grote grijns. Dus zocht hij verder op de website van zijn school. Zijn oog bleef hangen bij MMZ, medewerker maatschappelijk werk. “Wil jij iets betekenen voor mensen met een beperking?”, was de vraag die triggerde. ‘Dat zag ik meteen zitten. Waarom weet ik niet, ook dát was een gevoel. Ik voelde me blij tijdens de opleiding en stages. Ik dacht: ja man, dit past écht bij mij.’ 

Vertrouwen 

Twee jaar later vond Jimmy zichzelf terug in de Rotterdamse haven. Door de financiële crisis vond hij geen werk in de zorg. Stond hij ineens in weer en wind containers te lossen. Zwaar werk. Niet waarvoor hij was opgeleid. Toen werd hij door een vriend geattendeerd op een vacature in de gehandicaptenzorg. Hij twijfelde geen moment, pakte zijn kans en liet nooit meer los. Denk niet dat het makkelijk was, hoor, zegt hij. Kort nadat hij begon, stond hij verstijfd tegenover een agressieve cliënt. ‘Niet van angst, meer van: wat moet ik doen? Mijn teamleider loste het op. Door te praten en de cliënt gerust te stellen. Toen besefte ik: alles draait om vertrouwen. En dat kost tijd. Daar moet je dus in investeren. Dat is soms lastig, want als wij worden ingevlogen, is er vaak geen tijd om rustig ingewerkt te worden. Dan is er crisis. Een reddende engel? Ja man, zo zou je me wel kunnen zien.’ 

Onvoorwaardelijke steun 

Neem zijn huidige opdracht. Bij Zuidwester is hij persoonlijk begeleider van twee cliënten op een woongroep. De cliënten waren agressief, sloegen en spuugden. ‘De vaste begeleiders waren bang. Ze wisten niet goed hoe ze met de agressie moesten omgaan. Inmiddels weet ik dat vrijwel elke hulpvraag in de basis neerkomt op dezelfde dingen. Het bieden van veiligheid, rust en structuur. Dat heb ik gebracht, door veel met de cliënten te praten. Zo kom je erachter waar hun hulpvraag zit en wat ze nodig hebben. De ene cliënt vindt koken leuk. Ik betrek hem bij het weekmenu en laat hem ook meekoken. Dat vindt hij fantastisch. Hij voelt zich verantwoordelijk. Zo zet je iemand in zijn kracht. Onvoorwaardelijke steun, daar gaat het om. Als iemand dát voelt, ben je op de goede weg.’ 

Zin om te zorgen 

Natuurlijk zijn er mindere dagen. Dan krijgt Jimmy een koffiekopje naar zijn hoofd of wordt hij geslagen. Verstijven doet hij niet meer. ‘Het wordt normaal, hoe abnormaal het ook is. En weet je, die momenten wegen niet op tegen de mooie momenten. Als ik heb gelachen met een cliënt is mijn dag gemaakt. Als ik van ouders hoor dat ze blij zijn dat hun kind tóch een stap heeft gezet, denk ik: daar doe ik het voor. Dáár zit voor mij de zin om te zorgen.’ Jimmy lacht. Zijn gouden tand blinkt.  

lees verder