Nieuws en kennis

nieuwsberichten en informatievoorziening van Zeno

Direct hulp nodig? Bel: +31 184 63 67 12

Zinmakers: Laurenz is nooit bang, zelfs niet op de forensisch psychiatrische afdeling

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal is het de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Laurenz (29). Een heel bewuste keuze was het niet. Maar toen bij de sollicitatie bleek dat Laurenz zou komen te werken op een forensisch psychiatrische afdeling (FPA), dacht hij: ach, waarom ook niet? […]

Laurenz Geerlings

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal is het de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Laurenz (29).

Een heel bewuste keuze was het niet. Maar toen bij de sollicitatie bleek dat Laurenz zou komen te werken op een forensisch psychiatrische afdeling (FPA), dacht hij: ach, waarom ook niet? Heftiger dan werken met mannen en vrouwen met een strafrechtelijke titel of een delict gevaarlijke patiënten zonder strafrechtelijke titel, kon het bijna niet worden. Van de vier landelijke beveiligingsniveaus zat de instelling waar hij werkte op niveau 3. Mooie bagage om alvast in zijn rugzak te hebben voor de rest van zijn carrière.

Iedereen verdient een tweede kans

En heftig was het. Hij maakte knokpartijen mee, zelfs een steekpartij, en moest vrijwel dagelijks de-escalerend optreden. ‘Maar ik had het niet willen missen,’ zegt Laurenz. ‘Ik vond het een zeer interessante doelgroep. Mijn ouders stonden eerlijk gezegd niet te springen toen ik bij die ggz-instelling ging werken. De cliënten zijn in de regel vrij gevaarlijk en agressief. Ik houd juist van dat soort uitdagingen. Het doel was om hen te laten terugkeren in de maatschappij. Ik kreeg er energie van om met dat soort mensen te werken. In algemene zin kun je wel zeggen dat ik opsta als anderen wegkijken. En wegkijken is wat de maatschappij vaak doet bij delinquenten; soms begrijpelijk, maar ik vind dat iedereen een tweede kans verdient.’

Volledig zelfstandig

Toch trekt Laurenz eind oktober voor het laatst de deur van de FPA achter zich dicht. Vanaf dat moment is hij volledig zelfstandig zorgprofessional. Mede dankzij Zeno. ‘Ik heb de laatste jaren het bestaan als zzp’er gecombineerd met een vaste baan. Maar ik vind de opdrachten die ik via Zeno krijg zo leuk dat ik heb besloten om volledig zelfstandig te worden. De diversiteit aan opdrachten, maar ook de vrijheid spreken me aan. En ik voel gewoon dat Zeno bij mij past; qua visie op de zorg. We kijken vooral naar wat wél kan. En we doen altijd een stap vooruit.’

Uitdagende cases

Ook in alle opdrachten die Laurenz voor Zeno doet, staat de uitdaging centraal. ‘Ik werk voor Zeno vooral met volwassenen met een licht verstandelijke beperking. In al mijn cases komt probleemgedrag naar voren. Van agressie en baldadigheid tot intimidatie en grensoverschrijdend gedrag. Door 1-op-1-begeleiding probeer ik cliënten weer tot gewenst gedrag te bewegen. Dat heeft vaak met dezelfde dingen te maken: structuur, nabijheid en náást de cliënt staan in plaats van erboven. Om mij heen zie ik regelmatig gebeuren dat medewerkers handelen vanuit angst en geven te veel toe aan een cliënt. Dat is geen gezonde situatie. Als je bang bent, kun je nooit goed handelen.’

Nooit angst hebben

Laurenz kent geen angst. Niet in zijn werk voor Zeno, maar ook niet in de FPA. ‘Ik wist altijd hoe ik moest handelen. En in de ggz-instelling had ik een heel veilig gevoel en wist ik dat collega’s altijd voor me klaar zouden staan.’ Waar hij wel op terugvalt in zijn aanpak? Een combinatie van dingen, zegt Laurenz. ‘Een deel is ervaring; ik doe dingen nu anders dan vijf jaar geleden. Een deel is opleiding en methodieken die ik heb aangeleerd. En een deel is karakter. Ik geef van nature graag liefde en nabijheid aan mensen. Dat ik iets in de zorg wilde gaan doen, wist ik dan ook al snel.’

Van lusteloos naar moe en voldaan

Zijn vriendin werkt ook in de zorg. Ze hebben de afspraak thuis niet te veel over werk te praten. Maar soms kan Laurenz zich niet beheersen. ‘Als je successen behaalt, wil je die toch delen. Zoals die man die al een half jaar niet naar de dagbesteding ging, omdat hij zich daar niet voor kon motiveren. Twee weken na de start van onze begeleiding ging hij weer. Hij geniet, is daar helemaal de man en van zijn vaste begeleiders op de groep horen we dat hij ’s avonds moe en voldaan naar bed gaat. Terwijl die man voorheen lusteloos was en de hele dag niks deed. Ja, dat soort successen moet ik dan toch even delen thuis. Want dát is precies waarvoor ik dit werk ben gaan doen.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: een getatoeëerd lijf van 2 meter, maar Jesse zit lekker nagels te lakken

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: Jesse (27), zorgprofessional bij Zeno. Nee, natuurlijk neem je niet zomaar iets van je moeder aan als je puber bent. En dus ging Jesse de bouw in. Want ja, hij was groot en sterk. En hij wilde een […]

Zinmaker Jesse Derksen

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: Jesse (27), zorgprofessional bij Zeno.

Nee, natuurlijk neem je niet zomaar iets van je moeder aan als je puber bent. En dus ging Jesse de bouw in. Want ja, hij was groot en sterk. En hij wilde een stoer beroep hebben. Echte mannen gingen de bouw in. Nou, niet dus. Er was geen zak aan. Op zijn 21ste kapte hij ermee. En luisterde hij alsnog naar zijn moeder. ‘Mijn moeder zei altijd: óf je wordt jong vader óf je moet de zorg in,’ vertelt Jesse. ‘In onze straat was ik een van de oudere kinderen. Ik ontfermde me altijd over de andere kids en werd regelmatig gevraagd als oppas.’

Geen back-upplan meer

En warempel, zijn moeder had gelijk. Al tijdens de eerste maand van zijn opleiding gehandicaptenzorg wist hij: dit is het. ‘Ik had geen back-upplan meer, iets wat ik tot dan toe altijd had gehad, bij alles wat ik deed. Ik hoefde geen moeite te doen voor mijn huiswerk. En tijdens de les zat ik de hele tijd met mijn arm omhoog om dingen te vragen. Ik was mega-enthousiast. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. En nadat ik kennisgemaakt had met de praktijk, was ik helemaal niet meer te houden. Ik kon m’n kop niet meer houden over wat ik die dag nou allemaal weer had meegemaakt.’

Een stoerder beroep bestaat niet

Nu durft hij het met zekerheid te zeggen: ‘Een stoerder beroep dan begeleider in de intensieve zorg bestaat er niet.’ Met een big smile: ‘Werken op een Very Intensive Care groep is andere koek dan een badkamertje tegelen of een dak isoleren. Alleen weten maar weinig mensen dat. Vrijwel niemand kent deze kant van de zorg. Op verjaardagen kijken ze me vol verbazing aan als ik vertel wat ik doe.’

VIC: té intensief

Zelf werkte Jesse welgeteld twee dagen op een Very Intensive Care (VIC) groep. ‘Collega’s zeiden me: wat doe je bij de reguliere zorg? Kijk hoe groot en sterk je bent. Ik ging de uitdaging bij de VIC aan, maar kwam mezelf tegen. De cliënt die ik begeleidde, een meisje van 14 jaar, was te uitdagend voor me. Ik werd verrot getrapt en gebeten. Ik moest haar 45 minuten fixeren, terwijl ze tot bloedens toe haar hoofd op de grond beukte. Ik zag de pijn in haar ogen, voelde de onrust in haar lijf. Dat kwam ontzettend bij me binnen.’

Kwetsbaar opstellen

Met “heel veel moeite en ook een beetje schaamte” zei Jesse de andere dag: dit trek ik niet. ‘Voor die keuze kreeg ik complimenten van collega’s. Ze vonden het sterk van me dat ik me kwetsbaar durfde op te stellen. Ook vanuit Zeno heb ik ontzettend veel steun ontvangen. Dat deed me goed. Zelf heb ik er veel van geleerd. Voor mij was het de enige juiste beslissing. Je moet niet voor je ego of om stoer te doen over een grens heen gaan. Dat werkt alleen maar nadelig voor een cliënt.’

Zesde zintuig

Wat Jesse ook leerde, is dat cliënten volgens hem een soort zesde zintuig hebben. Zijn voorkomen – 2 meter, baard, tatoeages – is dan ineens niks meer waard. ‘Ze voelen het aan als je onzeker bent. Dan maakt een imposante uitstraling niet uit. Op die groep werken twee vrouwen die twee koppen kleiner zijn dan ik. Zij kunnen cliënten aan die ik niet aankan.’

Nagels lakken en haren vlechten

Bovendien, zegt Jesse, wil hij het clichébeeld doorbreken van grote kerels die intensieve zorg leveren. ‘Ik heb ook lekker nageltjes zitten lakken en haren zitten vlechten met oudere cliënten. Collega’s kijken weleens gek op. Maar je moet gewoon aansluiten bij de behoefte van de cliënt. Tegen cliënten zeg ik ook: ik mag er dan groot uitzien, ik ben eigenlijk gewoon een grote knuffelbeer! Als het écht nodig is, kan ik mijn fysiek inzetten. Maar ik los de meeste situaties eigenlijk op met humor en zorgzaamheid.’

Uitpluizen

Jesse werkt inmiddels zes jaar in de zorg. ‘Maar of ik nu tien, twintig of dertig jaar in de zorg werk, ervaren zal ik mezelf nooit noemen. Je kunt altijd blijven leren. Geen enkele cliënt en geen enkele situatie is hetzelfde. Je moet altijd scherp blijven en blijven beseffen dat er een persoon achter het ziektebeeld zit. Je kunt niks doen op de automatische piloot. Het uitpluizen van moeilijk verstaanbaar gedrag – wat bedoelt iemand, waar komt bepaald gedrag vandaan – vind ik het mooiste dat er is.’

Halve familie in de zorg

En Jesse’s moeder? ‘Je zult het niet geloven, maar zij is mede door mijn enthousiaste verhalen óók de gehandicaptenzorg in gegaan. Net als mijn vriendin, mijn beste vriend en een aantal familieleden. Thuis kunnen we eindeloos praten over ons werk. Ik ben blij dat ik uiteindelijk tóch naar mijn moeder heb geluisterd.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Rik maakt het verschil met oprechte interesse in de mens

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal is het de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Rik (42). Waar het begonnen is? Rik weet het nog goed. Hij was nog student toen Jeroen kwam wonen op de groep waar hij als leerling werkte. Jeroen was ernstig meervoudig beperkt. Hij […]

Zinmakers Rik Koorevaar

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal is het de beurt aan zelfstandig zorgprofessional Rik (42).

Waar het begonnen is? Rik weet het nog goed. Hij was nog student toen Jeroen kwam wonen op de groep waar hij als leerling werkte. Jeroen was ernstig meervoudig beperkt. Hij was spastisch en kon niet praten. Wat moet ik hiermee, was het eerste dat Rik dacht. Maar hij ging zich verdiepen in Jeroen. Al snel realiseerde hij zich: in deze jongen zit meer dan de meeste mensen denken. Dus nam hij hem mee naar de supermarkt en gingen ze samen fietsen door het dorp. ‘Al snel zag ik dat hij interesse had in blonde vrouwen,’ vertelt Rik. ‘Dus als hij dan weer eens zijn nek bijna verdraaide, vroeg ik: en, is het wat? Nou, dan zat -ie te schateren op die fiets. Schitterend!’

De mens achter de cliënt

Daar begon het dus, het betrekken van cliënten bij het gewone leven. Daar begon het inleven in de cliënt, of beter: het inleven in de persoon áchter de cliënt. Want pure, oprechte interesse in de mens, dát is volgens Rik waarom het draait. ‘Je moet op een menselijke manier naar een cliënt kijken. Je kunt Triple C of welke methodiek dan ook tot in de puntjes beheersen. Maar alleen wanneer je écht, intrinsiek de mens achter de cliënt ziet, kun je het maximale uit deze persoon halen.’

Aanvoelen

Kun je dat leren? Rik denkt even na. ‘Ik merk wel dat ik in de loop der jaren steeds beter kan inschatten hoe ik een cliënt moet benaderen. Ik weet niet of dat echt aan te leren is. Als je een trucje toepast, prikken cliënten daar meestal doorheen. Ieder mens, en dus ook je benadering, is anders. Soms heeft iemand grenzen en duidelijkheid nodig. Dan komt er later meer ruimte voor een persoonlijkere, minder functionele benadering. Of niet, dat kan ook. Bij een andere cliënt begin je de eerste kennismaking direct met een grapje. Bij mij zit het in mijn karakter. Ik voel aan of ik, zoals bij Jeroen, een grap kan maken over een blonde vrouw. Waarbij je je natuurlijk wel moet realiseren dat je dat beter niet kunt doen bij iemand met een ongezonde obsessie voor vrouwen.’

Plezier teruggevonden

Rik is ervaren. Hij werkt al ruim 22 jaar in de gehandicaptenzorg, waarvan de laatste anderhalf jaar als zelfstandige. ‘Die prikkel had ik wel nodig. Sinds ik als zelfstandige werk, kom ik op verschillende plekken en werk ik met allerlei doelgroepen. Waarbij ik mijn kennis en ervaring ook kan overdragen aan collega’s. Dankzij de variatie in opdrachten heb ik het werkplezier weer helemaal teruggevonden. Ik realiseer me nu nog beter waarom ik ooit dit werk ben gaan doen. Zelf wil ik het maximale uit het leven halen. Dat gun ik anderen ook.’

Mentaliteitsverandering

Zoals hij ook collega’s het gunt om maximaal te genieten van hun werk. Al valt dat niet altijd mee. ‘Ik doe dit werk, omdat ik het écht leuk vind. Toch merk ik een mentaliteitsverandering bij begeleiders in de zorg. Er zijn veel jonge zzp’ers die net hun diploma hebben en vooral uren willen maken. Zij stellen financiële doelen boven de doelen van een cliënt. Dat vind ik wel zorgelijk. Bij Zeno-begeleiders merk ik dat een stuk minder. Bij de meeste collega’s proef, zie en voel ik diezelfde pure, oprechte interesse in de mens. En we kijken vooral naar de mogelijkheden. Daarom lukt het ons vaak wél om een vastgelopen groep of cliënt weer in beweging te krijgen.’

Elke doelgroep heeft zijn charme

Zo is Rik betrokken bij Bram, die thuis compleet was vastgelopen, maar door ambulante begeleiding van Zeno aan Huis weer helemaal opbloeide. Rik geniet ook als hij hoort dat een woongroep in Amstelveen, waar hij met Zeno-collega’s ritme en structuur terugbracht, op bewonersvakantie is geweest. ‘Dat werd voor onmogelijk gehouden.’ Met evenveel liefde tilt Rik mensen met een ernstige meervoudige beperking met een tillift in bad. ‘Zelfs na meer dan twintig jaar word ik daar blij van,’ zegt hij. ‘Of ik nu met kinderen, jongeren, volwassenen of ouderen werk; ik geniet als ik zie dat ze het comfortabel hebben, ontspannen zijn en lachen. Elke doelgroep heeft zijn charme, ongeacht de zorgvraag. Je moet het alleen wel zien. En wíllen zien. Nou, ik wil dat heel graag zien.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Jaber kijkt nooit op de klok om te zien of zijn dienst er al op zit

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie maak je kennis met zelfstandig zorgprofessional Jaber (24). Jaber zegt het eerlijk. Vijf jaar geleden wist hij niet eens dat er woongroepen bestonden voor mensen met een beperking. Alleen ouderen woonden met elkaar in verzorgingshuizen, dacht hij. En […]

'Na jaren liep die man weer. "Ik sta achter je, er kan je niks gebeuren", zei ik'

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie maak je kennis met zelfstandig zorgprofessional Jaber (24).

Jaber zegt het eerlijk. Vijf jaar geleden wist hij niet eens dat er woongroepen bestonden voor mensen met een beperking. Alleen ouderen woonden met elkaar in verzorgingshuizen, dacht hij. En wat denk je? Bleek er letterlijk achter zijn huis al jarenlang een woongroep te zitten waar mensen met een beperking intensief werden verzorgd. ‘Nooit geweten,’ zegt Jaber. ‘Je zag die mensen ook nooit buiten. Voor mijn gevoel zijn zij pas de laatste jaren meer onderdeel geworden van de maatschappij. Maar het kan natuurlijk ook dat ik er toen pas oog voor heb gekregen.’

Meeslepende meeloopdag

Die interesse hing samen met zijn baantje als taxichauffeur. Regelmatig bracht Jaber mensen met een beperking van A naar B. Via een vriend liep hij eens een dagje mee op een groep. ‘Er werden stoelen gegooid, mensen aangevallen. Ik vond het vrij spannend. Maar ik dacht ook: waar komt deze agressie vandaan? Ik realiseerde me wel dat zoiets niet zomaar gebeurt. Een cliënt kan niet praten, maar probeert op zo’n manier toch iets te zeggen. Dat intrigeerde me. Ik bleef hangen in die wereld. En zo realiseerde ik me dat er op die eerste meeloopdag onbekende gezichten waren. Dat nabijheid ontbrak. En dat het programma afweek van de standaard. Daarom ging het fout.’

Alleen maar cola halen

Dat zijn dus de dingen waar Jaber nu zelf extra op let. Sinds vier jaar is hij persoonlijk begeleider, waarvan de laatste twee jaar via Zeno. Jaber wil ‘lekker weg’ met cliënten, hen ‘de wereld laten zien’. Samen papier prikken, een krantenwijkje lopen, een boodschap doen in de supermarkt. Hij wil iets opbouwen met cliënten. ‘Ik heb een cliënt die uit zichzelf naar me toekomt. Alles waar hij mee zit, spaart hij op tot ik weer aan het werk ben. Dan oogt hij heel gespannen als ik binnenkom. Maar het duurt niet lang of alles komt eruit. Dat hij baalt dat hij zijn eigen geld niet mag beheren. Dan leg ik hem dat zijn ouders het beste voor hem willen. En maak ik een geintje dat ie anders alleen maar cola gaat halen. Dan begint ie te lachen, een teken dat hij het begrijpt.’

‘Ik ben sneller dan jij!’

Of neem die man van in de veertig, in zijn rolstoel. Eerst liep hij nog wel eens, met behulp van een looprek. Tot hij een keer viel en het niet meer wilde. De motivatie zakte, bij hem en zijn begeleiders. Stukje bij beetje hoorde Jaber van andere begeleiders over zijn voorgeschiedenis. Hij bouwde een band op; ze hadden samen een bedritueel. Muziekje erbij, beetje lachen, flauwe grapjes maken. Hij lachte zich rot als Jaber zei: ‘Ik ben toch sneller dan jij!’ Op een dag stelde Jaber voor om weer eens te proberen om te lopen. ‘Na een paar keer aandringen zegde hij toe. Ik zag de spanning in zijn ogen. Elke vijf seconden zei ik: “Ik sta achter je, er kan je niks gebeuren”. Dat gaf hem vertrouwen. Uiteindelijk bewogen we wekelijks, nadat hij dus jarenlang niks had gedaan.’

Emoties

Jaber krijgt een brok in zijn keel als hij het vertelt. ‘Op de werkvloer probeer ik die emoties altijd binnen te houden. Maar na de dienst word ik weleens emotioneel hoor, als ik aan dat soort situaties terugdenk,’ zegt hij. ‘Dit zijn de mooie dingen van ons vak. Maar ik geniet ook van de spanning. Het constant scherp moeten zijn, omdat er in een onbewaakt moment iets kan gebeuren.’

Nooit op de klok kijken

Wat hem een goede begeleider maakt? Jaber denkt even na. ‘Dat ik het niet als werk zie,’ zegt hij dan. ‘Ik doe met cliënten dingen die ik zelf ook leuk vind. Buiten zijn, het bos in, sporten. Ik wil een huiselijke sfeer creëren, zoals ik ook met familie en vrienden doe. Ik heb nog nooit op de klok gekeken om te zien of mijn dienst er al op zit. Ik kom daar altijd pas achter als een collega binnenkomt. Ik werk eerder te veel dan te weinig.’

Waardering

En al helemaal sinds hij voor Zeno werkt. ‘In loondienst miste ik soms waardering. Sinds ik als zelfstandig zorgprofessional voor Zeno werk, voel ik die waardering wél. Er werken enorm veel zzp’ers voor Zeno, maar toen ik onlangs trouwde, vond ik toch een kaart van Zeno in de bus. Dat zegt  iets en dat betekent ook heel veel voor mij. Bij Zeno ben je geen nummer. Daarbovenop komt dan nog de kwaliteit van zorg waar Zeno voor staat.’  

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: hoe extremer het gedrag, hoe rustiger Michel wordt

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: Michel (36), zorgprofessional in dienst bij Zeno. Wie wordt er niet rustig van Michel? Hij mag er van een afstand dan uitzien als een beer van een vent – flink postuur, kale kop en goedgevulde baard – als hij begint […]

Michel Oosterbroek

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: Michel (36), zorgprofessional in dienst bij Zeno.

Wie wordt er niet rustig van Michel? Hij mag er van een afstand dan uitzien als een beer van een vent – flink postuur, kale kop en goedgevulde baard – als hij begint te praten, klinkt hij rustig en bedachtzaam en beginnen zijn vriendelijke ogen te stralen. Precies die rust krijgt Michel over zich heen als zich extreme situaties voordoen op de werkvloer. Bijvoorbeeld toen hij door een cliënt met een mes bedreigd werd. Of die keer dat hij nietsvermoedend thee ging zetten voor een cliënt. Kokend water dat bedoeld bleek om over hem en andere cliënten heen te gooien. ‘Daar leer je van,’ zegt Michel met een lichte grijns.

Stap vooruit, met respect voor de cliënt

Nooit laat Michel zich van de wijs brengen. ‘Er komt een bepaalde rust over me heen als er iets gebeurt,’ zegt hij. ‘Waar sommige zorgprofessionals een cliënt snel naar de grond werken, probeer ik dat te voorkomen met mijn houding en met woorden. In negen van de tien situaties stap ik naar voren. Maar wel met respect voor de cliënt. Ik onderschat niemand. Vaak werkt dat. Ik weet dat rustig blijven het best is om de situatie te controleren. Gelukkig kan ik dat in praktijk brengen, mede dankzij mijn karakter. Eigenlijk heb ik vanaf het begin aansluiting gehad met allerlei typen cliënten.’

Iemands leven mooier maken

Ook na ruim vijftien jaar als begeleider geniet Michel ervan als hij cliënten tot rust kan brengen. Hij gloeit van plezier als een dienst die chaotisch begon doordat een cliënt het huis verbouwde, eindigt met een frisse duik in een kanaal met diezelfde cliënt. ‘Als er eerst geen woord met iemand te wisselen is, maar diegene dan totaal ontspannen naar bed gaat… Ja, dan zit ik met een heel fijn gevoel in de auto terug naar huis. Het is ontzettend fijn dat je met je eigen kwaliteiten het leven van iemand anders mooier kan maken. Uiteindelijk draait het dáár om in de zorg.’

Klaar met de zorg

Toch was hij er eigenlijk wel klaar mee, met de zorg. De laatste jaren zag hij bij steeds minder collega’s dezelfde passie en drive voor het vak als hij zelf heeft. ‘Elke organisatie zegt dat de cliënt centraal staat, maar op de werkvloer merkte ik daar steeds minder van. Ik snap dat vanuit financieel oogpunt keuzes gemaakt moeten worden, maar ik ben ervan overtuigd dat dit niet ten koste hoeft te gaan van de kwaliteit van zorg. Maar ik trof weinig collega’s die er hetzelfde in stonden als ik.’

Gegrepen door Zeno

Hij stond in de startblokken om het roer om te gooien en een studie bestuurskunde te beginnen, toen hij Zeno-oprichter Lucas van Wingerden tegenkwam. ‘Ik werd gegrepen door zijn verhaal. Na dat gesprek dacht ik: hé, er zijn toch nog gelijkgestemden in de zorg. Toen ben ik bij Zeno in dienst gegaan. Al tijdens mijn eerste opdracht bleek dat een goede keuze. Ik begon op een locatie waar ook al snel drie anderen via Zeno kwamen werken. Dat voelde gelijk vertrouwd, omdat we dezelfde mentaliteit en visie hebben. Deze mensen snappen het, voelde ik meteen.’

Andere begeleiders coachen

Daar mogen – nee: moeten – er meer van komen, vindt Michel. De laatste jaren klinkt er in zijn hoofd steeds vaker een stemmetje, dat zegt: ik wil niet alleen cliënten, maar ook andere begeleiders helpen. En ongezonde structuren binnen een organisatie bespreekbaar maken en herstellen. ‘De leidende rol die daarvoor nodig is dwing ik vaak af in de praktijk. Ik wil ervoor zorgen dat anderen net zo makkelijk aansluiting vinden bij cliënten als ik. Bijvoorbeeld door hen te leren dat werken met cliënten geen eenrichtingsverkeer is. Je hoeft geen lijstje af te vinken, je moet een dialoog aangaan. Neem de cliënten op de groep waar ik nu gedetacheerd ben. Sommigen hebben al eens zelfstandig gewoond, maar zijn nu even teruggeworpen. Hen hoef je niet te vertellen wat ze moeten doen. Je moet hen erbij betrekken, samen tot de invulling van een zinvolle dag komen.’

Met vertrouwen op de werkvloer

Ook coaching heeft altijd al in Michel gezeten. ‘In het verleden heb ik ook weerbaarheidstrainingen en collegiale traumaopvang gegeven aan collega’s. Gewoon, omdat ik het belangrijk vind dat collega’s met meer vertrouwen op de werkvloer staan. Het zou zonde zijn als mensen afhaken, omdat ze te weinig vertrouwen hebben. We hebben iedereen nodig in de zorg! Daarom vind ik het coachen van collega’s momenteel leuker dan de directe zorg op de werkvloer. Dáár zit nu echt mijn drive. In het grotere plaatje heeft dat voor mij meer waarde.’ Eén ding lijkt daarbij vast te staan: als Michel begint te spreken, dan zullen zijn collega’s rustig naar hem luisteren.

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Romano weet wat jongeren doormaken, hij woonde zelf onder begeleiding

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Romano (33). Zijn stem is zwaar en diep. Zijn manier van praten rustig. Zijn lach aanstekelijk. En lachen doet Romano veel. Want als het leven je toelacht, dan mag je teruglachen. Ja toch? Rotterdammer Romano heeft […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. In deze editie: zelfstandig zorgprofessional Romano (33).

Zorgprofessional Romano Summerville

Zijn stem is zwaar en diep. Zijn manier van praten rustig. Zijn lach aanstekelijk. En lachen doet Romano veel. Want als het leven je toelacht, dan mag je teruglachen. Ja toch? Rotterdammer Romano heeft zijn roeping gevonden. Die lag niet in het zwembad of in de gymzaal, maar in de zorg. ‘Al op mijn zestiende was ik badmeester,’ vertelt Romano. ‘Daarna deed ik de HALO, de opleiding tot gymleraar. Jongeren de salto aanleren is leuk. Apenkooien ook. Maar elk jaar draai je hetzelfde riedeltje af. Ik merkte dat ik geïnteresseerder was in het gedrag van jongeren; en wat daar achter zat. Toen ben ik met een studie Sociaal Pedagogische Hulpverlening begonnen.’

Straatschoffies

Diep van binnen wist Romano misschien altijd al dat zijn hart in die hoek lag. Hij merkte het pas echt tijdens zijn stage op Rotterdam-Zuid. Daar kwam hij via welzijnsorganisatie Thuis op Straat in contact met jongeren, die verdacht veel weg hadden van de jongere versie van zichzelf. ‘Rotterdamse straatschoffies die van alles en nog wat deden. Jongens met verkeerde vrienden, die verkeerde activiteiten ondernamen en verkeerde beslissingen namen.’ Het voorbeeld dat Romano geeft – een telefoonabonnement nemen dat je niet kunt betalen – is misschien nog wel het meest onschuldige.

Op je bek gaan

‘Ik herkende mezelf in hen,’ zegt Romano. ‘Ook heb ik die dingen gedaan in mijn jeugd. Daardoor kon ik makkelijk met hen praten. Ik zei tegen die jongens: “Luister, ik heb deze dingen ook gedaan en gezien. En ik zal je zeggen: als je daarmee doorgaat, dan denk ik zomaar dat het niet goed met je gaat aflopen.” De een luistert dan meteen, de ander moet eerst zelf op z’n bek gaan. Die komen dan later naar je toe: had ik toch maar naar je geluisterd.’

Inlevingsvermogen

Later maakt Romano de stap van welzijn naar zorg. Eerst werkt hij vijf jaar in de jeugdzorg, onder meer op kamertrainingscentra, fasehuizen, gezinshuizen en uitwijkhuizen. Ook in dit werk kan hij teren op zijn persoonlijke ervaring. ‘Ik heb zelf ook een jaar in een kamertrainingscentrum gezeten, toen het in mijn jeugd even wat minder ging. Ik weet dus wat jongeren meemaken. Negen van de tien keer zitten ze daar buiten hun schuld om. En vaak zijn ze slim genoeg. Ze hebben alleen behoefte aan structuur. Belangrijk is dat je niet direct met een oplossing of juist een sanctie komt. Laat de jongeren het eerst zelf ervaren. Als ik hen vertel dat ik ook aan hun kant van de streep heb bestaan, geeft hen dat een ander beeld. Dan luisteren ze toch sneller. Dat inlevingsvermogen is heel belangrijk. Sensitief is niet voor niets een van de kernwaarden van Zeno.’

Geen gekochte diploma’s

Romano maakte stappen sinds zijn periode in het kamertrainingscentrum. In december 2020 werd hij zzp’er, op aanraden van zijn oud-collega Daniël Schenk, die ook voor Zeno werkt. Jongeren blijven Romano’s favoriete doelgroep. Al werkte hij sindsdien ook in de gehandicaptenzorg, GGZ, ouderenzorg en als ambulant begeleider. ‘Bij Zeno wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met mijn voorkeuren en kwaliteiten. Dat is ontzettend prettig.’ Een grote grijns verschijnt op zijn gezicht: ‘Er werkt bij Zeno niemand van wie ik denk: jij hebt je diploma gekocht. Dat is lekker werken hoor!’

Negatief beeld

De afgelopen tijd werkte hij voor Zeno onder meer bij een Homerunhuis van Humanitas in Den Haag. Hier kunnen jongeren en jongvolwassenen onder begeleiding zelfstandig leren wonen. ‘Dat zijn mensen met een licht verstandelijke beperking, maar wel van een redelijk hoog niveau. Je kunt goed met hen communiceren. Dat is voor mij belangrijk. Dan kun je stappen zetten. Niet zo groot als in de jeugdzorg was gewend, maar groot genoeg om er voldoening uit te halen. Ook omdat wij vanuit Zeno onderdeel zijn van het team. Dat is niet overal zo. Soms merk je dat niet iedereen op onze komst zit te wachten. Dat komt doordat er een negatief beeld bestaat van zzp’ers. Het enige dat je kunt doen om het tegendeel te bewijzen, is goed werk leveren.’

De kracht van luisteren

Romano’s geheim? ‘Luisteren! Je kunt honderd methodieken beheersen, maar als je niet kunt luisteren, dan gaan die allemaal niet werken. Luisteren, mensen begrijpen en daarnaar handelen; dát is de basis. Als je niet luistert en zomaar een methodiek past… Tja, dan krijg je problemen’ En dat handelen, dat mag soms best een beetje buiten het boekje gaan, vindt Romano. ‘Want het gaat erom dat die cliënt van A naar B komt, hè? Dat is het enige dat telt. Zeno-professionals zijn niet alleen betrokken en deskundig. Maar we tonen ook lef.’

Zelfvertrouwen door boksen

Ook een andere kernwaarde van Zeno, vitaal, kan Romano afvinken. Hij mag dan relaxed overkomen, zijn fysiek is indrukwekkend. Boksen houdt hem fit. Hij leerde het bij de legendarische Rotterdamse boksscholen Boxing 82 en Van ’t Hof. ‘Het geeft zelfvertrouwen,’ zegt Romano. ‘Niet alleen privé, maar ook in het werk. Bepaalde bewegingen zie ik aankomen, ik schrik nergens meer van.’ Hij lacht: ‘Niet dat ik een cliënt ga neerslaan, natuurlijk. We proberen het eerst met woorden op te lossen. Maar als het toch escaleert, weet ik dat de zaak onder controle heb.’

werken bij zeno

lees verder

Zinmakers: Fatima staat haar mannetje, ondanks haar 1 meter 60

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Dit keer is het podium voor zelfstandig zorgprofessional Fatima (37). Zij werkt sinds begin 2022 als zzp’er voor Zeno en combineert dit met een functie in loondienst als schoolmaatschappelijk werker bij een jeugdhulporganisatie. Onlangs werd Fatima over haar arm geaaid door […]

Fatima Ben Allouch

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Dit keer is het podium voor zelfstandig zorgprofessional Fatima (37). Zij werkt sinds begin 2022 als zzp’er voor Zeno en combineert dit met een functie in loondienst als schoolmaatschappelijk werker bij een jeugdhulporganisatie.

Onlangs werd Fatima over haar arm geaaid door een blinde man met een beperking. Zomaar ineens. Alsof hij wilde zeggen: ik vertrouw je. Het kippenvel stond direct duimendik op haar arm. ‘In de positieve zin van het woord, hè,’ zegt ze. ‘Zo’n aanraking, doet echt iets met me. Sommige cliënten voelen je gewoon aan. Dát soort kleine momenten, ja, dat is waarvoor ik in de zorg werk.’

Verdrietig en dankbaar

Het zijn de momenten waarover Fatima ’s avonds thuis vertelt aan haar dochters van 11 en 9 jaar. Of over die 40-jarige man met het brein van een kind van zes maanden. ‘Mijn kinderen worden daar soms emotioneel of verdrietig van,’ vertelt de Marokkaanse. ‘Maar ze vinden het ook mooi dat die mensen er toch iets van maken. “Ze lachen gewoon”, zeggen ze dan, als ik een foto of filmpje laat zien. Ik vind het mooi om dat met mijn kinderen te delen. Het laat hen ook inzien dat ze dankbaar moeten zijn. Dat ze gezond zijn, dat ze het goed hebben.’

De lessen van mama

Zelf leerde de Marokkaanse Fatima ook lessen van haar moeder. Hoewel zij – samen met haar man – zes kinderen opvoedde, was er altijd ruimte om anderen te helpen. ‘Als mijn moeder een kind ziet met een gescheurde broek, maakt ze die broek. Speelden er vroeger kinderen urenlang bij ons voor de deur, dan gaf ze hen eten. Voor zwervers bij de supermarkt koopt ze nog regelmatig eten. Die vrouw is een en al goedheid.’

Van zelfmoord tot knokpartijen

Niet gek dus dat vier van de zes kinderen de zorg in gingen. Fatima belandde uiteindelijk in de jeugdzorg. Als pedagogisch medewerker hielp ze ruim twaalf jaar zogeheten probleemjongeren. ‘In 99 procent van de gevallen zaten ze in situaties waar ze niet zelf voor hadden gekozen. Dat raakte me.’ Ze maakte van alles mee. ‘Een zelfmoordpoging van een meisje dat werd gepest bijvoorbeeld. Ook heb ik ’s ochtends vroeg eens een meisje uit een bushokje gehaald, onder invloed van alcohol en drugs. Een andere jongen van die groep had haar aan zijn vrienden verkocht voor seks. En ik ben meermaals tussen twee jongeren gesprongen die letterlijk met elkaar op de vuist gingen.’

Nooit achteruit lopen

Daar kwam die andere les van moeder van pas. ‘Ze zei altijd: “Je moet voor niets of niemand achteruit lopen. Loop altijd vooruit en laat niemand zien dat je bang bent”. Dat heb ik goed in mijn oren geknoopt.’ En dus kende Fatima geen angst toen ze tussen de jongeren sprong. Ze mag dan slechts 1,60 meter zijn en een warme uitstraling hebben, ze heeft óók een leeuwenhart. En allesbehalve een teer lichaam. In de sportschool en tijdens het kickboksen kweekte ze haar spieren. ‘Als het moet, merk je pas echt hoeveel kracht er ook in een vrouwenlichaam zit. Ik kreeg die jongens uit elkaar.’

Levelen

Niet dat ze haar kracht vaak moet gebruiken. Meestal heeft Fatima de situatie onder controle. Haar toverwoord? Levelen. ‘Je moet op het niveau van de cliënt komen en op dat niveau communiceren. Willen ze in straattaal aangesproken worden? Prima, dan doe ik dat. Ik heb ook dove mensen begeleid; dan betekent levelen dat je gebarentaal leert en zo met hen communiceert. Helaas levelt niet iedereen in zorg. Vaak is het: de cliënt moet gewoon luisteren. Maar zo zwartwit is het niet.’

Megarelaxed, maar wel duidelijk

Al is Fatima zeker hard en direct als het moet. ‘Ik ben als begeleider in de basis heel erg low key, zen en megarelaxed. Maar vanaf het begin geef ik bij cliënten aan wat de grens is. Je kan met me lachen, met me kletsen, je mag bij me uithuilen of tegen me schreeuwen. Maar je blijft te allen tijde respectvol naar mij, mijn collega’s en de regels. Als je dat niet bent, zie je een andere versie van mij.’

Familiegevoel bij Zeno

Die duidelijkheid wordt gewaardeerd. Niet alleen cliënten, maar ook collega’s het fijn vinden om met Fatima te werken. Dat zit ‘m niet alleen in de broodjes shoarma of poffertjes die ze regelmatig bereidt. Het zit ‘m vooral ook in haar lach, haar positivisme en haar luisterend oor. ‘Zo houden we het leuk met elkaar. Je moet de tijd en de moeite nemen om af en toe iets speciaals te doen. Met eten of met een uitstapje. Mijn ervaring tot nu toe is dat alle Zeno-collega’s er zo in staan. Het voelt echt als een familie. Dat vind ik heel fijn; dat maakt werken in de zorg een stuk leuker.’

werken bij zeno
lees verder

Zinmakers: Chahid coacht eerst op de woongroep en daarna op het voetbalveld

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: zelfstandig zorgprofessional Chahid (32). Wees niet bang dat Chahid zijn werk mee naar huis neemt. De dagen van de 32-jarige Papendrechter zijn vaak zó goed gevuld, dat hij soms alleen thuis is om te slapen. Overdag werkt hij als zelfstandig […]

In de rubriek Zeno Zinmakers vertellen onze professionals over hun zin om te zorgen. Ditmaal: zelfstandig zorgprofessional Chahid (32).

Wees niet bang dat Chahid zijn werk mee naar huis neemt. De dagen van de 32-jarige Papendrechter zijn vaak zó goed gevuld, dat hij soms alleen thuis is om te slapen. Overdag werkt hij als zelfstandig zorgprofessional voor Zeno. Daarna rijdt hij drie tot vier keer per week naar het trainingscomplex van betaald voetbalclub Sparta Rotterdam. Daar is hij assistent-trainer van de teams Onder 12 en Onder 14. En dan heeft hij ook nog zijn eigen voetbalschool in Papendrecht. Gisteren, vertelt hij, werkte hij van zeven uur ’s ochtends tot half tien ’s avonds. Daarna ging hij nog even twee uur ‘knallen’ in de sportschool. Maar niet voordat hij koffie had gedronken bij zijn ouders, bij wie hij elke dag langs gaat.

Stilzitten

Het is duidelijk: Chahid kan niet stilzitten. Figuurlijk, maar ook letterlijk. Dat bleek tijdens zijn eerste (en enige) kantoorbaan. ‘Ik liep alleen maar rondjes door het kantoor,’ vertelt hij lachend. ‘Mensen dachten: waarom zit die gozer niet achter z’n computer? Simpel: ik kon het gewoon niet.’ Chahid moet dingen doen. En dan het liefst met mensen. Zo kwam hij in de zorg terecht. Hij was een tijd jongerencoach in Papendrecht. ‘Ik hielp jongeren die uit detentie kwamen terug de maatschappij in. En probeerde ook te voorkomen dat jongeren ín de gevangenis kwamen.’

Zoeken naar een oplossing

Het was leuk, maar toch, de gehandicaptenzorg trok hem nóg meer. Waar ‘m dat in zit? ‘Vooral in de diversiteit. Zeker sinds ik voor Zeno werk, heb ik met zoveel verschillende doelgroepen en situaties te maken. Ik reed de afgelopen jaren het hele land door om voor Zeno bij verschillende zorginstellingen te werken.’ Maar het zit ‘m ook in de complexiteit. ‘Soms is de problematiek van een cliënt zó ingewikkeld, dat je goed moet zoeken naar de beste oplossing. Ik vind het fantastisch om samen met collega’s en de orthopedagoog een goede aanpak te bedenken. Als die aanpak dan aanslaat, ja, daar kan ik dan echt enorm van genieten. Dat zijn de mooie succesmomenten.’

Voetbal en zorg

Diep van binnen juicht Chahid dan net zo hard als bij een doelpunt van de Sparta-talenten die hij coacht. De combinatie tussen zorg en voetbal bevalt. ‘Ik vind het leuk om die gasten op voetbalinhoudelijk vlak te coachen, maar ook om pedagogisch met hen aan de slag te zijn. Daar ligt ook mijn kracht. Vanuit mijn achtergrond in de zorg weet ik dat niet elk kind hetzelfde is, zoals ook niet elke cliënt hetzelfde is. Daarnaast kijk ik altijd naar de mens achter de cliënt of het voetbaltalent. Het gedrag is slechts het topje van de ijsberg. Ik probeer vooral te kijken waar het gedrag vandaan komt. Of je nu bezig bent met een kind of een cliënt; het draait om ontwikkeling, opvoeding en coaching. Ik gebruik in mijn werk in de zorg inzichten die ik bij het voetbal heb opgedaan. Maar zeker ook andersom. De afwisseling maakt het leuk voor mij.’

Vriendschappelijk, geen vriendschap

Chahid is momenteel op twee woongroepen meewerkend teamleider. Ook begeleidt hij een autistische jongen via Zeno aan Huis. In alle gevallen bewaart hij afstand tot de cliënten. ‘Je kunt vriendschappelijk met hen omgaan, maar je moet geen vrienden wórden. Je moet cliënten te allen tijde kunnen aanspreken op hun gedrag. Regelmatig zie ik dat begeleiders dat niet doen, omdat ze bang zijn dat hun band met de cliënt dan verstoord zou worden. Maar je bouwt júist een band op met de cliënt als hij weet wat hij aan je heeft. Hetzelfde geldt in het voetbal. Daar moet ik ook een speler durven wisselen als hij slecht speelt.’

Teamwork

Toch geniet ook Chahid als cliënten naar hem toe komen. Als ze zeggen: bedankt dat je in mijn leven bent. Of: bedankt dat je me helpt. ‘Dat zijn de kleine succesmomentjes waar je het voor doet. Natuurlijk doet dat iets met me,’ geeft Chahid toe. Daarom zal hij ook altijd met mensen blijven werken. ‘Soms zegt een cliënt: zonder jou was het niet gelukt. Maar dan zeg ik altijd: nee, we hebben het samen gedaan. Samen zijn we honderd. Daarom lukt het ons. Ook dát is inzicht dat ik meeneem naar het voetbalveld. Je moet het samen doen in het leven. Teamwork, dáármee kom je het verst.’

werken bij zeno
lees verder

Teambuildingdagen Zeno

Onlangs zijn de medewerkers van Zeno op teambuilding geweest. Onder leiding van coach Inge Zuidgeest werden diverse opdrachten gedaan die in teamverband uitgevoerd moesten worden. Inmiddels is het team flink gegroeid met verschillende disciplines en vindt Zeno het van belang om met het team te bouwen aan een optimale dienstverlening. De dagen werden afgesloten met […]

Team Zeno

Onlangs zijn de medewerkers van Zeno op teambuilding geweest. Onder leiding van coach Inge Zuidgeest werden diverse opdrachten gedaan die in teamverband uitgevoerd moesten worden. Inmiddels is het team flink gegroeid met verschillende disciplines en vindt Zeno het van belang om met het team te bouwen aan een optimale dienstverlening. De dagen werden afgesloten met een gezamenlijk kookworkshop en een sessie welke interessante inzichten hebben gegeven over onze dienstverlening waar we als dienstgerichte organisatie mee aan de slag kunnen.

lees verder